IN MEMORIAM MARJO VAN DEN BIGGELAAR

05-08-2009

Marjo van den Biggelaar, vrijwilliger, secretaris, toegewijd medewerker en vriendin van de CRP is overleden. Zij was al lang ziek en op 30 juli moest zij de strijd opgeven. Zij is vandaag begraven. 

Haar overlijden is voor ons allen bij de CRP een groot verlies, dat door velen ook zeer persoonlijk wordt gevoeld.

Piet Kaptein schreef onderstaand in memoriam en nam daarin een van Marjos vele gedichten op. Het gedicht van Marjo stond in december 1993 in het blad ‘Kwarts’.
‘Ze lachte blauwe hyacinten’.

Met verdriet om het heengaan van de vroegere secretaris van de Culturele Raad Papendrecht Marjo van den Biggelaar, die dat gremium zoveel aanzien en allure gaf, schrijf ik deze woorden. Marjo (eind jaren zestig nog Nederhand) mocht ik Nederlands geven op de Prins Bernhard en De Lage Waard en hoe vol begrip, affiniteit, transparantie en integriteit reageerde zij op de gedichten die wij klassikaal lazen en interpreteerden. ‘De idioot in het bad’ van Vasalis, ‘Paradise regained’ van Marsman, ‘Voor dag en dauw’ van Nijhoff, ‘Rath & Doodeheefver’ van Achterberg en ‘Woningloze’ van Slauerhoff, ze gingen bij het levendige en spontane meisje erin als koek. Haar lesgeven was een genot.

Dat Marjo van den Biggelaar van man, moeder, gezin, familie, werk, leven, letterkunde hield, is vrij gewoon, maar bijzonder is dat zij ook literatuur schreef. Zo bijvoorbeeld in de door haar verzorgde uitgave van de CRP ‘Kwarts, die van 1993 tot 1998 een bestaan van 21 edities kende. Marjo schreef er zelf ook in. En hoe!

December van het eerste jaar publiceerde Marjo als slotstuk in Nr. 4 een gedicht dat ik als eerbetoon aan haar doorgeef.

Marjo laat in deze vier strofen enkele mooie kanten van haar persoonlijkheid zien. Aandacht voor de natuur, bekommernis om de medemens, focus op de actualiteit en bovenal haar vrolijke kijk op het leven. ‘Ze lachte blauwe hyacinten’.

Marjo, je hebt het over de Marnixstraat in Papendrecht. De lijfspreuk van Marnix van St. Aldegonde was ‘Repos ailleurs’, de rust is elders. Marjo, adieu.

Je toegenegen Piet Kaptein.

Koning Winter schoof glazen platen
Over het water van de sloot
Vorstelijk strooide hij in de straten
Kruimels van zijn ijzige brood

Over het stuur van mijn fiets gebogen
klappertandde ik me vooruit
Toen ik opkeek vingen mijn ogen
Het beeld van een vrouw met een blauwzwarte huid

Op haar hoofd droeg ze trots als een kroon
Een met touwtjes dubbelgevouwen matras
bestemd voor haar doodgewaande zoon 
Die ook van de oorlog naar hier gevlucht was

Ze lachte blauwe hyacinten
Ze lachte de krokussen al uit het gras
De Marnixstraat gloeide in tropische tinten
Alsof november een lentemaand was … 

Marjo van den Biggelaar

IN MEMORIAM MARJO VAN DEN BIGGELAAR