DE KUNST VAN OPMERKZAAMHEID

28-08-2018

Tot eind september hangen bijna dertig schilderijen van drie amateurkunstenaars te kijk in de Bibliotheek AanZet  op de Veerweg. De redactie vroeg Piet Kaptein, bestuurslid van de Culturele Raad Papendrecht, een introductie te geven van de expositie die tot stand kwam op initiatief van de sectie Amateurkunst.

Piet Kaptein:  ‘Met het genoegen van een grage kijker nam ik de voorbije weken de 56 verhalen van de 258 bladzijden tellende, van meet tot finish grandioos geïllustreerde paperback Goed kijken begint met negeren van kunsthistoricus en journalist Wieteke van Zeil met de ondertitel ‘De kunst van opmerkzaamheid’ tot mij. Dat niet alleen omdat de auteur ervan mij wekelijks bekoort door haar rubriek ‘Oog voor detail’ in de weekendbijlage ‘Sir Edmund’ van ‘de Volkskrant’ en dagelijks gerieft door de eerste neerslag van die rubriek in de hardcover ‘Dichterbij’ uit 2015 met de ondertitel ‘Kunst in details’. Maar ook omdat het kijk- en leesalbum mij terugwerpt in de tijd, toen ik met medestudenten in het kielzog van de bevlogen en gedreven docent P.W.J. Steinz wekelijks door de zalen van Museum Boijmans Van Beuningen liep. Wij maakten daarbij halt en front voor schilderijen om door onze ‘good old’ Steinz opmerkzaam gemaakt te worden op details van werken die vooral behoorden tot de figuratieve kunst. Om bij de middeleeuwen te blijven: ‘De marskramer van Jheronimus Bosch, ‘De toren van Babel’ van Pieter Brueghel, ‘De verheerlijking van Maria’ van Geertgen tot Sint Jans, ‘Het hoofd van Christus’ van Dieric Bouts en ‘Portret van een jonge scholier’ van Jan van Scorel, wij verpoosden er lang voor. Veel langer dan de 3 tot 45 seconden die museumbezoekers volgens onderzoek gemiddeld voor een kunstwerk nemen. Dat kwam omdat Steinz niet alleen sprak over items  als onderwerp, compositie, kleur, schaduw en licht, maar vooral omdat hij onze aandacht en  ons oog voor het detail vroeg. 

De Cuma-leraar leerde ons kijken en dat is ook de optie van Wieteke van Zeil. Zij wil ons dat, getuige haar ondertitel ‘De kunst van opmerkzaamheid’ en titel Goed kijken begint met negeren. Ik citeer haar: ‘Dit boek is voor iedereen die bewuster wil kijken en meer wil opmerken. Ik merkte zelf na jaren schrijven over tentoonstellingen dat ik in musea nog altijd veel over het hoofd zag omdat ik vooral met de samenhang tussen de schilderijen bezig was. Veel ontging me. Daarom schrijf ik sinds vier jaar alleen nog over details. Over de ontdekkingen, en het plezier dat het me opleverde, leest u in dit boek. Het bevat de mooiste details die ik in musea tegenkwam.’

Van Zeil gaat in haar album uit van zeven inzichten die goed leren kijken en het eerste is verwoord in de titel en culmineert in de tip: Kies per bezoek een aantal zalen uit, afhankelijk van de tijd die je hebt. Halveer dat aantal en ga dan het museum in. Kies per zaal een kunstwerk en blijf daar even lang voor staan, als je anders in de hele zaal zou doorbrengen. Het is een stimulerende ervaring met Van Zeil in de kunstgids  te verwijlen voor haar verkoren scala van schilderijen waarop details de voorrang kregen. Zo keek ik met haar naar de muisstille man op ‘De Prinsegracht te Den Haag’ van Jan Weissenbruch, naar de dame in het venster op ‘Campo di Rialto in Venetië’ van Canaletto, naar de turende man en vrouw bij een brugleuning op ‘Lucas schildert Madonna en kind’ van navolger van Rogier van der Weyden, naar het schilletje op ‘Stilleven met vruchten, noten en kaas’ van Floris Claesz van Dijck en naar de perfecte paardenstaart op ‘Rustende ruiter in een landschap’ van Albert Cuyp.  De clou is dat de details dwarsverbanden leggen met het hele werk. Door het kleine te vatten pakken wij het grote op, gaan wij het beter zien. 

Mijn wenk naar u is nu dat u de komende weken tijdens de openingsuren naar de Papendrechtse bieb gaat om details op de werken van de daar poserende kunstenaars Piet Vogelaar, Philip van Amen en Theo Guidotti in het oog te krijgen. Geef uw kijkers de kost.