14-03-2016

GUTE NACHT, FREUNDE

 

Een Fundgrube, een goudmijn, een goudgroeve werd ons aangewezen door de vrouw aan wie wij door de jaren heen al zo schatplichtig zijn. Pr dame Eva Bouman uit het Amsterdamse stuurde op de drempel van de komende Boekenweek – met ‘Duitsland als thema - een rijk vademecum dat ons wil gidsen door dat evenement voor lezers, van 12 t/m 20 maart. Ik leg voor u neer op de leestafel het 192 bladzijden tellende, adequaat geïllustreerde Gute Nacht, Freunde van Christoph Buchwald en van uitgeverij Cossee met de ondertitel ‘Duitsland in vijfentwintig boeken’. Voorbije vrijdag nam ik van postman Ruud het kleinood van Eva aan, met daarop de ons vrolijk stemmende sticker van € 5 !, en de dagen van het weekend daarna beleefde ik een leestocht die ik in het verleden maakte. Van toen ik nog als HBS’er Het proces van Franz Kafka en De blikken trom van Günter Grass tot mij nam, tot de dag van zeg maar gisteren waarop ik Alleen in Berlijn van Hans Fallada en De vader van een moordenaar van Alfred Andersch bij u mocht introduceren. Tussen het toen en het nu liggen uren waarin ik over o.a. Berlijn Alexanderplatz van Alfred Döblin, De dood in Rome van Wolfgang Koeppen, De voorlezer van Bernhard Schlink, De verloren eer van Katharina Blum, Rode liefde van Maxim Leo en Stad der engelen van Christa Wolf  bij u mocht reppen. En vaak liet ik daarbij rondgaan de naam van uitgeverij Cossee, die zoveel ware literatuur in haar fonds weet te stoppen. Met Eva Bouma als gedreven en bevlogen link tussen Cossee en ons.

In het dagblad Trouw van voorbije 5 maart geeft Christoph Buchwald zijn visitekaart af en zijn woorden daarop geef ik onverkort aan u door. De titel van zijn geloofsbrief is ‘Elke nieuwsgierige lezer legt deze boeken op z’n nachtkastje’ en het schrijven is daarbij een samenvatting van de intro van de Cossee uitgave die eindigt met de nachtkastje woorden ‘Gute Nacht Freunde, es is Zeit für mich zu geh’n. Was ich noch zu lesen hätte, liegt auf dem Nachttisch dicht am Bette und hilft, uns selber zu versteh’n’. Wij mogen de mensen die de uitgeverij Cossee gestalte geven dankbaar zijn voor de boeken die zij in omloop bracht. Ik blijf bij één voorbeeld want die uitgave zegt genoeg: Charlotte van David Foenkinos over het leven van Charlotte Solomon, een jonge Joods-Duitse schilderes die in 1943 in Auschwitz werd vermoord. Voordat ik de tekst van de site geef en ook de tekst van Buchwald in Trouw wil ik dit nog kwijt: Gute Nacht, Freunde is niet alleen een geschiedenis van de contemporaine literatuur maar ook een gids door het wel en wee van twee eeuwen.  

De uitgever: ‘Het lezen van de Boekenweek-brochure Gute Nacht, Freunde duurt iets langer dan de sigaret van Reinhard Mey. Christoph Buchwald geeft een korte en compacte inleiding op vooraanstaande Duitse boeken die op ieders nachtkastje horen. Boeken die een idee geven van de buren, van hun land, geschiedenis, mentaliteit en van de verschillen in onze kijk op de wereld. Een belangrijk criterium is daarbij: het leesplezier. Cossee heeft een Nederlandse en een Duitse uitgever - Eva Cossée en Christoph Buchwald -, dus wordt er automatisch veel naar Duitsland gekeken. Hedendaagse Duitse auteurs evenals klassiekers worden gelezen en getoetst aan de vraag: Waar heeft de Nederlandse lezer iets aan, en wat verandert onze blik op de buren? Het panorama reikt van 1799 tot 2015, met onder meer: Georg Forsters ontsteltenis over het veel te laat verbieden van de slavernij in Nederland (Het vuur nog geenszins gedoofd); Wolfgang Koeppens woedende roman over de jonge Bondsrepubliek Duitsland met weer de oude gezaghebbers (De dood in Rome); Bernhard Schlinks beroemde verhaal over Hanna, die kapo wordt om haar analfabetisme te verbergen (De voorlezer); Maxim Leo's familiegeschiedenis over drie generaties met hun uiterst verschillende dromen van de DDR (Rode liefde); Sherko Fatah's actuele roman over een Iraakse vluchteling die in Berlijn ingehaald wordt door zijn verleden (We gaan als het donker wordt). Wij wensen u een interessante ontdekkingsreis. En let op, zoals Christoph Buchwalds grootmoeder altijd zei: 'U wordt er niet dommer van!'

Buchwald: ‘Volgende week begint de Boekenweek met als thema Duitsland en dat heb ik aangegrepen om voor de lezer een panorama van dit land te schetsen aan de hand van vijfentwintig boeken. Ik ben in Duitsland geboren en getogen, ik ben opgegroeid met deze werken. Welke boeken geven bij elkaar een goed inzicht in de geschiedenis van onze oosterburen, van hun land, hun cultuur? Bij de keuze heb ik een paar criteria gehanteerd. Zo moet het boek een levendig beeld geven van een bepaald tijdperk, en ook de tegenstrijdigheden die er in die epoche waren, goed zichtbaar maken. Literatuur gaat daarbij veel verder en dieper dan een geschiedenisboek met alleen maar feiten: literaire boeken zijn, net als films en schilderijen, het ware geheugen van de tijd. Onze hele historische verbeelding, onze beelden van het verleden komen vooral uit de kunsten. Bovendien moet het boek adequaat vertaald zijn in het Nederlands, en bij voorkeur ook in een recente vertaling verkrijgbaar zijn. Want vertalingen verouderen heel snel. Dat zie je bijvoorbeeld aan uitdrukkingen die in de tijd dat het boek verscheen misschien wel in de mode waren, maar die geen mens op dit moment zou gebruiken.

Tot mijn verbazing ontdekte ik dat sommige auteurs helemaal niet vertaald zijn in het Nederlands, Uwe Johnson bijvoorbeeld, een groot schrijver en chroniqueur van zijn tijd, Een vertaald boek van hem had ik zeker op de lijst gezet. En ten slotte moest het boek natuurlijk leesplezier geven, misschien is dat nog wel het belangrijkste criterium. Zo ben ik bij elkaar tot 25 boeken gekomen, van ruwweg 1900 tot nu, werken die elke nieuwsgierige Nederlander bij wijze van spreken op z’n nachtkastje zou moeten willen hebben, 25 meesterwerken van 24 schrijvers: Hans Fallada komt er twee keer in voor. De keuze was niet makkelijk, de Duitse literatuur is zo rijk en heeft zo’n lange traditie, er is zo ontzettend veel verschenen en ook in het Nederlands vertaald. Met pijn in het hart heb ik heel bekende titels moeten afvoeren ten gunste van een vergelijkbaar boek dat nóg indringender is. Het is een persoonlijke lijst, puur subjectief. Elke keus is natuurlijk omstreden, die van mij ook. Een paar boeken heb ik moeten herlezen omdat het te lang geleden was dat ik ze voor het laatst onder ogen kreeg. Doctor Faustus van Thomas Mann bijvoorbeeld, en De blikken trommel van Günter Grass, Dat laatste boek ken ik nog uit mijn schooltijd, meer dan veertig jaar terug. Ik was helemaal vergeten hoe rijk aan inzichten in ons bestaan deze roman is. Dus wantrouw je geheugen.

Op de lijst staan boeken die zelfs iemand die veel Duitse literatuur heeft gelezen, mogelijkerwijs niet kent, althans: dat hoop ik, want ik wil de lezer natuurlijk graag met een paar titels verrassen. Neem Het eiland van het tweede gezicht van Albert Vigoleis Thelen. Ik ben jaloers op iedereen die dit magistrale werk, een van de grootste en meest uitzonderlijke Europese romans van de twintigste eeuw, nog mag lezen. Ik heb mijn bundel in vier weken geschreven. Dat is kort, maar het zijn niet allemaal eigen teksten. Ik heb veel materiaal gekregen van de Nederlandse uitgevers van de 25 boeken. Vaak vond ik in de edities die in mijn boekenkast staan nog recensies die ik destijds had uitgeknipt. Ik heb ze met verbazing gelezen: hoe anders keek men toen naar literatuur! Het omgekeerde zou ook kunnen: 25 Nederlandse boeken die in het Duits zijn vertaald en die een goed beeld geven van Nederland. Dat lijkt me een heel goed idee!’


 

WAS WIR NOG ZU SAGEN HÄTTEN

 

In de titel van dit rijke kleinood speelt het motto door van de komende tien dagen tellende Boekenweek die als thema ‘Duitsland’ draagt. Die zinspreuk gaat als 'Was ich noch zu sagen hätte' en brengt een saluut naar de tune van Reinhard Mey die decennia terug door de ether rolde, in het programma ‘Met het oog op Morgen’. Ik leg voor u neer het 128 bladzijden tellende, adequaat geïllustreerde Was wir noch zu sagen hätten van Margriet Brandsma en uitgeverij Conserve met de ondertitel ‘Gesprekken met Duitsland-correspondenten’. Beluisterde ik via de wekkerradio op het nachtkastje naast het echtelijk bed in vroeger jaren steevast tussen 23.00 en 0.00 uur de klanken ‘Gute Nacht, Freunde, es wird Zeit für mich zu gehen. Was ich noch zu sagen hätte, dauert eine Zigarette und ein letztes Glas im Stehen.’, voorbije weekend las ik een variatie erop. Te weten; van Christoph Buchwald in de leesgids Gute Nacht, Freunde, die gaat als ’Gute Nacht, Freunde, es ist Zeit für mich zu geh’n. Was ich noch zu sagen hätte, liegt auf dem Nachtisch dicht am Bette und hilft, uns selber zu versteh’n’.

Voor, tijdens en na de Boekenweek maakt Margriet Brandsma door heel het boekenland Nederland een tournee – ook in Rotterdam en Hellevoetsluis! -  om haar twee nieuwe bij Conserve uitgegeven boeken te promoten. Voor Daar is de muur met ondertitel ‘Verhalen over Berlijn’ en voor ons Was wir noch zu sagen hätten. De journalist van huis uit met geboortejaar 1957 neemt op haar tocht zeker ook mee haar werken waarover wij eerder hier met elkaar van gedachten wisselden; Het mirakel Merkel en Vluchtcode vlinder. In haar inleiding ‘Wat vooraf nog te zeggen valt’ geeft Brandsma haar geloofsbrief af met o.a. ‘Duitsland, het land van Bach, Berlijn en van Bratwurst. Van Goethe, Brecht, Schiller en Böll. Van diepgeworteld voetbalsentiment, en kuilen aan het strand. En van de Tweede Wereldoorlog. Nee, ik verzin het niet zelf. Het stond in het persbericht waarin de CPNB, de organisatie voor de promotie van het Nederlandse boek, juni 2015 bekendmaakte dat Duitsland en de Duitse literatuur centraal zouden staan in de Boekenweek 2016. Gelukkig voegde de CPNB eraan toe dat ‘onze grote buur’ nog zoveel meer onderwerpen biedt om over te praten. Dat doen vijf oud-correspondenten dan ook in Was wir noch zu sagen hätten, twee huidige Duitsland-correspondenten luiden de verhalen in en uit. Ze vertellen over hun fascinatie voor het land, over gevoeligheden tussen Nederland en Duitsland, over hun band met de Duitsers en over hoe het land is veranderd. En ja, ze vertellen ook over de Tweede Wereldoorlog omdat ze daar nu eenmaal niet omheen konden tijdens hun jaren in Duitsland. Ze kozen tot slot hun favoriete Duitse gedicht, lied of uitspraak. De interviews bieden een blik op Duitsland door de bril van de Nederlandse correspondent vanaf eind jaren zeventig tot nu, van de RAF tot de NSU, van de beroepsverboden tot het vluchtelingenvraagstuk en van Helmut Schmidt tot Angela Merkel.’ Uit de eerste hand van Brandsma zelf zijn de korte verhalen in de bundel Werkloosheid - Terug naar Bleyen-GenschmarDe oorlog - Verzoening met een omstreden monument en Patriottisme.

Soms is het lezen van een stuk uit een boek het aanschaffen ervan meer dan waard. Zo het chapiter ‘De oorlog- Verzoening met een omstreden monument’ dat gaat over het ‘Holocaust-Mahnnal’ en de initiatiefneemster daartoe Lea Rosh. Dat begint met ‘De inwijding van het ‘Holocaust-Mahnnal’ in Berlijn ging gepaard met een rel, hoe kan hen anders na de turbulente voorgeschiedenis van het reusachtige monument. Initiatiefneemster Lea Rosh kondigde bij de openingsplechtigheid op 10 mei 2005 aan dat ze een kies van een slachtoffer van de nazi’s wilde aanbrengen in een van de 2711 grijze betonnen zuilen van het monument. De kies had ze gevonden toen ze voor de documentaire ‘Der Tod ist een Meister ausch Deutschland’ opnames maakte in het voormalige nazivernietigingskamp bij de huidige Poolse plaats Belzec. Meteen nadat ze haar voornemen wereldkundig had gemaakt, hagelde het kritiek op Rosh, toch al niet bijster gehaat in Berlijn en omstreken. Walgelijk en weerzinwekkend waren veelgebruikte kwalificaties voor haar idee, dat ook nog eens strijdig bleek met voorschriften over begrafenisrituelen in de joodse wet. Het stuk eindigt met de alinea: ‘Tien jaar later is de vrede getekend, tussen de Duitsers en het ‘Holocaust-Mahnmal’ en tussen de Duitsers en Lea Rosh. Maar van triomfalisme is bij Rosh geen sprake: ‘Het was zwaar, maar het is het waard geweest. Dat doet me goed en het bevestigt dat we het goed hebben gezien,’ zegt ze.’ Tussen dit begin en eind ligt het relaas van de journalist, publicist en activist Lea Rosh met geboortejaar 1936. Als u en ik het hele Was wir noch zu sagen hätten tot ons genomen hebben, wisselen wij hier onze leeservaringen uit, Voorlopig dus tot slot de tekst van uitgever Kees de Bakker op de omslag.

‘De ene oud-correspondent verhaalt over Frans Joseph Strauss die op campagne zijn eigen vliegtuigje bestuurde en borden langs de Autobahn als navigatie gebruikte. Een ander vertelt openhartig dat hij afzag van een primeur omdat hij geen rel tussen Duitsland en Nederland wilde veroorzaken. Was wir noch zu sagen hätten is de weerslag van gesprekken met Nederlandse journalisten die een aantal jaren in Duitsland doorbrachten. Ben Knapen begon in 1978, als correspondent voor NRC Handelsblad en de NOS. Jeroen Akkermans van RTL Nieuws werkt en woont tot op de dag van vandaag in Berlijn. In de tussenliggende jaren versloegen onder meer Rob Meines, Willem Beusekamp, Philippe Remarque en Wouter Meijer het nieuws uit Duitsland. Deze zes willen graag nog iets zeggen over het land en dat doen ze in dit boek. NOS-correspondent Jeroen Wollaars schreef een woord vooraf en zelf ging ik naar een aantal Duitse plaatsen die mij nog iets te zeggen hebben. De verhalen gaan over rode draden in het bestaan van een correspondent in Duitsland, over nazi en Stasi. Het gaat over verbazing: hoe is het mogelijk dat in het perfect georganiseerde Duitsland toch met enige regelmaat iets flink mis gaat? En het gaat over de volksziel, over het gebrek aan zelfironie van de Duitsers en hun lijden aan onvolmaaktheid.’

JAARRINGEN

 

Een flonkerende, flitsende tachtig tellende bundel van een tachtigjarige poëet heb ik voor u, die ook mijn eigen geleefd verleden meer diepgang en glans geeft. Het gaat om de paperback Jaarringen van Karel Eykman en uitgeverij De Harmonie. Op de voorzijde omslag zien wij een afbeelding van het fenomeen waaraan het prijzenswaardige boek zijn titel ontleent: jaarringen of ook wel groeiringen. Wij hebben het over de patronen die herkenbaar zijn op de doorsnee van dwars gezaagd hout (kopshout). Bomen, vooral bomen die groeien in een gematigd klimaat, hebben een wisselende groeisnelheid van de buitenste laag van de stam. Rondom het binnenste, reeds afgestorven hout bevindt zich een levende laag, waarin het cambium zorgt voor de diktegroei. Onder gunstige omstandigheden groeit de boom snel en zijn de cellen groot en wijd; wordt het weer slechter dan worden ook de cellen kleiner en de laag dichter. In de winter vindt er vrijwel geen groei plaats, zeker bij loofbomen. Op doorsnee zijn deze verschillen zichtbaar als lijnpatronen die concentrische ringen vormen. Deze heten jaarringen. Hierdoor kan men aan een omgezaagde boom zien op welke leeftijd deze is geveld door het aantal ringen van de rand naar het centrum te tellen. Twee ringen staan voor één jaar. Deze wat prozaïsche toelichting van mij krijgt een poëtische lading door de good old man die onlangs zijn tachtigste jaardag vierde; onze alom gevierde en gewaardeerde dichter Karel Eykman. Eykman behoeft eigenlijk geen nadere introductie, want hij gaf zijn leven lang visitekaartjes af. Ik volsta derhalve nu met het doorgeven van de tekst van de uitgever op de achterzijde omslag en het bij u citeren van de eerste vier gedichten. De charme van de tachtig gedichten van Eykman ligt voor mij vooral hierin dat het op artistieke wijze deels verwoordt wat ik in de jaren achter mij ervaren heb. Zo de fietstocht die ik met mijn amice in de jaren vijftig maakte over de eilanden van Zuid-Holland en Zeeland, waar het water gewoed had. Eykman had een gelijke ervaring maar wist de juiste woorden te dichten.

OP DE FIETS NAAR EEN ZOMERKAMP
 
We zouden naar zomerkamp in Ouddorp
met de hele groep op de fiets
Ik wilde er vandoor na de pont in Middelharnis
ontsnapte uit de kopgroep voor een solo door Goeree.
Het peloton liet ik met ruime voorsprong achter mij.
Maar waarom voelde ik mij ongedurig
wat was er in dit moedeloze landschap dat me niet beviel?
Een vlakke vlakte hing grijs om mij heen
takken maakten krassen in de strakke lucht.
Wat was hier in godsnaam aan de hand
 
Toen pas dacht ik:
Da’s waar ook
Die watersnoodramp.
Dat was hier.
Hebben we nog vrij van school voor gekregen.
 
De uitgever op de omslag: ‘Op 1 maart 2016 wordt Karel Eykman 80. Vrijwel zijn hele leven bracht hij schrijvend door. Alle genres beoefende hij, voor alle media. Hij leverde bijdragen aan de leukste televisieprogramma’s van de jaren zeventig en later, zoals ‘De Stratemakeropzeeshow’, ‘De film van Ome Willem’, ‘Het Klokhuis’ en ‘Sesamstraat’, en hij schreef vaak voor jeugdtheater. Voor zijn kinder- en jeugdboeken ontving hij Zilveren en Gouden Griffels. Nu, ter gelegenheid van zijn 80e verjaardag, maakt hij de balans op in 80 gedichten. Het levert niet alleen een poëtisch zelfportret op van zijn leven, het is ook een zeer persoonlijke geschiedenis van Nederland.’

De eerste vier levensjaren van Karel Eykman, 1936, 1937, 1938, 1939 die hij zo in versregels vatte.
 
EEN KEERPUNT IN DE GESCHIEDENIS
 
Vlak voor de vakantie
is de geschiedenisleraar er wel aan toe.
Vlak voor de oorlog
die tijd daar is hij aan toe.
Over hoe Hitler alvast in Spanje tekeerging
en Tsjechoslowakije om te beginnen in wilde pikken
‘En toen, begin 1936…’
 
‘Werd Karel Eykman geboren!’ riep ik.
Waarom moest de hele klas nu lachen?
Hitler wist toen nog nergens van
maar als hij dit had geweten
had hij wel anders gepiept.
 
GOEDMAKERTJE
 
Eigenlijk had ik een ander moeten zijn
na twee grote jongens had moeder een meisje willen krijgen.
Maar ik, dikke baby spartelde zo innig tevreden in mijn wieg
dat zij vrede met mij had.
 
Eigenlijk had ik er eerder moeten zijn
vóór ik er was had moeder verdriet om een doodgeboren kind.
Maar ik, klein manneke
was zo gelukkig met mijn rammelaar in de box
dat zij troost aan mij had.
 
Dat ik het goedmakertje had moeten zijn
daar ben ik veel later pas achtergekomen.
Maar ik, oude man
weet nog steeds niet of dat is gelukt
of zij wat aan mij heeft gehad.
 
ZUSJE GEBOREN
 
Ik kan er nog kwaad om worden
dat ze allemaal stom stonden te lachen
terwijl ik woedend trapte
tegen de poten van de wieg.
 
Dit kon je toch niet eerlijk noemen
dit was ook niet afgesproken.
Zij ligt de hele dag te blèren
en ik mag het mooi niet.
 
Ze staan daar allemaal maar te praten
van moet-je-toch-zien en wat-een-schatje.
Terwijl geen mens mij ziet zitten
in mijn eentje met drie blokken om mij heen.
 
Zo dacht ik, alleen niet met zo veel woorden
dat ik er ook nog was, wilde ik laten merken.
Maar dat gevoel heb ik altijd onthouden
mijn eerste jaloers weet ik nog goed.
 
ZON
 
Wakker worden in de morgen.
Duiven koeren op het balkon buiten.
Elke ochtend naast mijn bed
dat streepje zon.
 
Mijn beer zit naast mij in de kamer.
Mamma geeft de planten water.
Ik zet mijn blokken netjes neer
in een straaltje zon.
 
Een park ergens met een vijver.
Ik voel het gras onder mijn voeten
en dribbel in mijn eentje rond
op een veld vol zon.
 
Wat je je het eerst herinnert
en wat je nog steeds weet
is altijd weer de zoete zon.

Met dank aan pr dame Elsbeth Louis die u en mij al jaar en dag verblijdt met de uitgaven van haar uitgeverij De Harmonie.

TIEN TIPS VOOR DE BOEKENWEEK (1)


De rap nakende tiendaagse Boekenweek met het thema ‘Duitsland’, met het geschenk van Esther Gerritsen Broer en met het essay Zink van David van Reybrouck een ieder uitnodigen een werk van uw gading aan te schaffen. Om u de keuze van een boek te vergemakkelijken geef ik tien teksten van de omslag of van de site opdat u het thema ervan te pakken hebt. Over de vorm waarin het tiental vervat is, hoeft u niet in te zitten,want de tien uitgeverijen gaven in onze rubriek al hun visitekaart af. Of u over gevang, geloof, ziekte, kunst, politiek, criminaliteit, filosofie, terreur wilt lezen, op deze lijst vindt u zeker iets. De tien behoren alle tot het non-fictieve genre. Zullen wij na 20 maart als de Boekenweek 2016 tot het verleden behoort, onze leeservaringen hier met elkaar uitwisselen? Tot dan!
 
1) Het uur der waarheid – Over de gevangenschap als literaire ervaring – Maarten Asscher – Uitgeverij Augustus – 384 blz.
‘Hoe is het om in de gevangenis te zitten? Om maanden- of zelfs jarenlang in eenzaamheid door te brengen? En wat kan de literatuur ons daarover leren? Het uur der waarheid is een zoektocht naar de essentie van drie beroemde 19de en 20ste-eeuwse gevangenisgetuigenissen, van Silvio Pellico, Oscar Wilde en Albrecht Haushofer. In of vlak na hun gevangenschap schreven zij elk een beroemd geworden autobiografie. Maar staat daar ook de waarheid in over hun gevangeniservaring? Tegenover deze drie schrijvers plaatst Asscher drie schrijvers die de gevangeniservaring als onderwerp kozen voor hun literaire verbeelding: Stendhal, Charles Dickens en Jan Campert. Welke categorie boeken – de getuigenis of de verbeelding – draagt de benauwenis van de gevangeniservaring het sterkst op de lezer over?’
 
2) Het seculiere experiment – Hoe we van God los gingen samenleven – Hans Boutelier – Boom – 240 blz.
‘Sinds de jaren zestig is God niet langer maatgevend voor onze maatschappij. De ontwikkelingen gingen snel – alsof het een welbewust experiment was. Religie verdween grotendeels uit de samenleving. God trok zich terug in de hoofden van de mensen. Vijftig jaar later maakt Hans Boutellier de balans op. De samenleving ontwikkelde zich tot een pragmatisch bestuurde onderneming. Niet zonder succes, maar ook niet zonder problemen. De diepe twijfel die kenmerkend is voor de westerse cultuur roept steeds meer vragen en radicale antwoorden op – met en zonder God. Boutellier analyseert de ontwikkeling van de criminaliteit en hoe surveillance een nieuwe almacht is gaan vormen. Hij beschrijft de keerzijde van de seksuele revolutie en de ontwikkeling van immigratie en integratie. Wat is de houdbaarheid van het seculiere experiment? Waar staat het Westen nu eigenlijk voor?’
 
3) Ongeneeslijk optimistisch – Karel Glastra van Loon – De Kring – 136 blz.
‘In januari 2004 wordt Karel Glastra van Loon tijdens het sleetje rijden met zijn kinderen plotseling onwel. De artsen ontdekken een hersentumor. Er volgen bestralingen, hersenoperaties en chemokuren. Goede periodes worden afgewisseld met slechte, maar nooit geeft hij op. Het gezinsleven met drie jonge kinderen gaat intussen ‘gewoon’ door. In Ongeneeslijk optimistisch beschrijft Glastra van Loon in mooie, korte verhalen openhartig zijn leven als kankerpatiënt. Hij geniet van het kleine, is opgewekt over de toekomst, verliest nooit zijn humor en wordt nergens larmoyant, hoe zwaar het ook is. Op 1 juli 2005 overlijdt Karel Glastra van Loon op 42-jarige leeftijd aan de gevolgen van zijn hersentumor. Tien jaar later heeft het boek nog niets aan kracht verloren.’
 
4) Vincent van Gogh 400 dagen in Amsterdam – Nienke Denekamp – Thoth – 80 blz.
 ‘Voordat Vincent van Gogh de kunstenaar werd die we nu kennen, verbleef hij ruim een jaar in Amsterdam voor zijn studie theologie; hij wilde predikant worden. Hij schreef in deze periode vele openhartige brieven aan zijn broer Theo. Deze brieven - met prachtige beschrijvingen van de stad aan de hand van verschillende schilderijen en prenten - vormen het uitgangspunt van Vincent van Gogh, 400 dagen in Amsterdam. We kruipen in de huid van de jonge Van Gogh die in Amsterdam overal om zich heen schilderijen waarnam en op die manier de stad schilderde, niet in verf maar in woorden. We zien, met dank aan de fotografie die aan het eind van de negentiende eeuw losbarstte, de stad aan de vooravond van de Tweede Gouden Eeuw. De bouw van het Centraal Station was in vergevorderde staat, het Concertgebouw stond in de steigers, er werden nieuwe wijken aangelegd en het Rijksmuseum opende zijn deuren. Treed in de voetsporen van Van Gogh en ontdek het bruisende Amsterdam van rond 1900.’
 
5) Einddoel Witte Huis – Hoe de Amerikanen hun president kiezen – Koen Petersen – Elsevier Boeken – 280 blz.
‘In 2016 gaan de Amerikanen naar de stembus om een nieuwe president te kiezen. Maar hoe verlopen die verkiezingen precies? Wie kan zich kandidaat stellen, hoe werken voorverkiezingen, hoe zit het met campagnefinanciering, en waarom wordt de president uiteindelijk door kiesmannen gekozen, en niet rechtstreeks door de Amerikaanse kiezers? Ondersteund door historische wetenswaardigheden en met oog voor grappige details legt amerikanist Koen Petersen het proces helder uit. In twintig hoofdstukken loopt hij het hele verkiezingsjaar door en geeft hij de achtergronden bij begrippen als caucus, primary, running mate, swing states en Electoral College. Een onmisbare gids voor wie onafhankelijk van bevooroordeelde analisten de Amerikaanse presidentsverkiezingen wil volgen en begrijpen.’
 
6) Moordenaars in Nederland – Hendrik Jan Korterink – Bertram + de Leeuw – 270 blz. 
‘Misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink verdiepte zich in moorden met willekeurige slachtoffers. Een bijzondere categorie, waarbij kinderen en (meestal jonge) vrouwen het slachtoffer zijn. De meeste van deze noodlottige ontmoetingen spelen zich af op het platteland, in dorpen als Ruinen, Veenklooster, Oud-Beijerland, Schinveld en Vriescheloo. Nietsvermoedende vrouwen of kinderen worden van straat geplukt, meegenomen, misbruikt en vermoord.
Op het eerste gezicht zijn het normale mannen, die tegelijkertijd een macaber dubbelleven leiden. Als roofdieren loeren ze op hun prooi, of door een samenloop van omstandigheden bevinden ze zich in een situatie waarin ze een fatale keuze maken. In het boek worden de meest geruchtmakende zaken, sinds de jaren zeventig, gereconstrueerd en geanalyseerd. Hoe is de politie de dader op het spoor gekomen, hoe kan het dat bepaalde daders, met een tbs-verleden, op vrije voeten waren? Hoe verwerkten de nabestaanden het onpeilbare verdriet?’
 
7) Markante denkers – 100 jaar filosofie aan de Internationale School voor Wijsbegeerte –ISVW Uitgevers – 240 blz.
‘De Internationale School voor Wijsbegeerte, het centrum van de publieksfilosofie in Nederland, bestaat honderd jaar. In die tijd ontving de ISVW tal van beroemde denkers waaronder Martin Heidegger, Karl Popper, Emanuel Levinas en vele anderen. Ook veel Nederlandse denkers waren en zijn er actief, waaronder Clara Wichmann-Meijer, J.D. Bierens de Haan en René Gude. Filosofen Florian Jacobs en Frans Jacobs duiken in de rijke geschiedenis van de ISVW en portretteren de opvallendste, invloedrijkste en meest gedreven denkers; stuk voor stuk met een eigen verhaal. Ze schetsen daarmee tegelijk een beeld van een eeuw filosofie in Nederland. Florian Jacobs (1989) studeerde filosofie en literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Hij heeft gepubliceerd bij Filosofie Magazine en het tijdschrift Filosofie. Hij is werkzaam bij de ISVW. Ook is hij een internationaal gediplomeerd schaaktrainer. Frans Jacobs is voorzitter van het curatorium van de ISVW en emeritus hoogleraar wijsgerige ethiek aan de Universiteit van Amsterdam. Hij maakte lange tijd deel uit van het bestuur van de ISVW en verzorgde talloze cursussen op het raakvlak van ethiek, rechtsfilosofie en wijsgerige antropologie.
 
8) Erfenis zonder testament – Filosofische overwegingen bij de tien geboden – Hans Achterhuis & Maarten van Buuren – Lemniscaat – 254 blz.
De tien geboden zijn ‘een erfenis die ons zonder bijbehorend testament is nagelaten'. Vorige generaties dachten nog wel over zo'n testament te beschikken. Zij meenden in grote lijnen te weten hoe de geboden moesten worden uitgelegd en toegepast. Die zekerheid is ons moderne mensen uit handen geslagen. Wat moeten wij met voorschriften die duizenden jaren geleden zijn ontstaan in een tribale samenleving die totaal verschilt van de onze? Dat we niet mogen doden en niet de bezittingen van een ander mogen stelen - dat willen de meeste mensen nog wel aannemen. Maar wat moeten we in onze multiculturele samenleving met geboden als ‘Ik ben de Here uw God' en ‘Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben'? Vallen zulke archaïsche voorschriften nog toe te passen of te herformuleren? In dit boek gaan Hans Achterhuis en Maarten van Buuren op zoek naar eigentijdse antwoorden op oeroude vragen. Bij alle geboden hebben ze gezocht naar inzichten van grote filosofen - van Spinoza tot Hannah Arendt - die de problematiek vanuit een onverwacht perspectief kunnen belichten. Door hun diepgang en eruditie weten de auteurs nieuwe dimensies in de tien geboden te openen, waardoor dit boek voor filosofisch en theologisch geïnteresseerde lezers een verrassende leeservaring zal zijn.
 
9) Van Andriessen tot Zappa – Interviews met componisten & andere verhalen – Erik Voermans – Deuss Music – 656 blz.
‘In meer dan 100 hoofdstukken interviewt Erik Voermans de belangrijkste hedendaagse componisten of bespreekt hij hun muziek. Van Andriessen tot Zappa, van Boulez tot Xenakis en van Einaudi tot JacobTV. Ter sprake komen de dilemma's, raadsels en problemen waarvoor de componisten worden gesteld en hoe ze ieder tot een eigen oplossing komen. Het boek laat ook een veranderend tijdsbeeld zien: hoe de rol van het publiek belangrijker werd en de esthetiek zich ontwikkelde van diepgravend intellectualisme tot directe belevings-ervaring. Een weerslag van 25 jaar muziekjournalistiek, met toegankelijke, spitse formuleringen en frappante observaties. Een geschiedenis van een generatie lang luisteren. Dit boek breekt een lans voor een kwetsbaar genre: dat van de hedendaagse gecomponeerde muziek. Over de auteur Eik Voermans (1958) is musicoloog en muzikant. Hij is sinds 1989 werkzaam als muziekjournalist bij Het Parool (vanaf 1995 als muziekredacteur). Hij doceerde Muziek van de Twintigste Eeuw aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Sinds juni 2011 schrijft hij elke zaterdag in Het Parool de column Eerste hulp bij klassieke muziek. Over deze column zegt hij: "Mijn leven veranderde voorgoed toen ik Stravinsky's Le sacre du prin-temps voor de eerste keer hoorde. Nu u nog. Ik gun het u zo.’’
 
10) De zoon van een terrorist – Een verhaal van keuzes – Zak Ebrahim – Amsterdam University Press – 110 blz.
‘In zijn jeugd was terrorisme het enige wat Zak Ebrahim kende. Hij was nog maar zeven toen zijn vader, El-Sayyid Nosair, op 5 november 1990 de oprichter van de Joodse Defensie Liga, rabbijn Meir Kahane, neerschoot. Vanuit de gevangenis plande Nosair met anderen de bomaanslag op het World Trade Center in 1993. In een van zijn befaamde videoboodschappen riep Osama bin Laden de wereld op om 'El-Sayyid Nosair te gedenken'. Bij de fanatieke overtuigingen van zijn geradicaliseerde vader en ooms hield Ebrahim altijd het gevoel dat er iets niet klopte. Op de verlegen, onhandige jongen kwamen al die haatdragende gevoelens onnatuurlijk over. Hoewel Ebrahim tijdens zijn jeugd aan een gewelddadige, intolerante ideologie werd blootgesteld, radicaliseerde hij zelf niet. In dit boek bestrijdt hij de mythe dat terrorisme een uitgemaakte zaak is voor mensen die met haat zijn geïndoctrineerd. Aan de hand van zijn eigen geschiedenis laat hij zien dat haat altijd een kwestie van keuze is - net als tolerantie. Hij stelt dat mensen die zijn voorbestemd om terrorist te worden als geen ander in staat zijn om terrorisme tegen te gaan. Juist zij zijn in staat schijnbaar onverenigbare ideologieën met elkaar in contact te brengen en zo een pleidooi voor vrede te houden. Zijn oorspronkelijke, urgente boodschap is helder, baanbrekend en van groot belang voor de huidige discussie over terrorisme en radicalisering.’
 

TIEN TIPS VOOR DE BOEKENWEEK (2)


Dat de eerste zinnen ons meteen in een boek kunnen loodsen ga ik illustreren met het citeren van de opening ervan. Verhaaltechnisch gaat het dan om het begrip spanning; de drang om verder te lezen. De auteur trekt u zijn verhaal in door zijn intro die de sfeer meteen schetst. Zijn entree is daarbij ook sterk van taal. De schrijver verstaat het vak. Ik geef u nu niet alleen de opening cursief maar ook de tekst van de uitgever op de omslag of op de site. In de tien dagen, die ook nu weer de Boekenweek telt, kunt u een of meerdere van de volgende tien titels ophalen. Het spreekt voor zich dat wij met elkaar hier over deze tien nog te spreken komen. Overigens: er zijn onder deze tien ook een paar ‘oudjes’, maar goede waar verdient immer een krans.
 
1) Bot – Charles den Tex- De Geus – 346 blz.
Willem hangt er slecht bij. Zijn rode stresskop ziet grauw, zijn billen zakken spanningsloos uit zijn rug in zijn benen, zijn armen recht naar boven gestrekt, de polsen in zwart glanzend touw gebonden en omhooggetrokken door een ring aan het plafond.’ ‘Om het maximale uit zijn klanten te halen, heeft Willem Hartma een informatiesysteem nodig dat verder gaat dan alle andere systemen. Verder ook dan de regels van het fatsoen. Geen bedrijf dat zoiets legaal voor hem mag bouwen, maar een eenling kan het wel: Bas, een hyperintelligente nerd die geen vragen stelt en de wereld heel anders ziet dan anderen. Totdat Willem opeens dood is, en niemand het systeem kan ontsluiten. Bas wel. Bas heeft de sleutel. Hij kan beslissen wie er gebruik van kan maken. Maar wil hij dat wel?’ (Het boekenpanel van DWDD was in februari vol lof)
 
2) De doodsvogel – Samuel Bjørk – Luitingh-Sijthoff – 366 blz.
Op een vrijdag in het voorjaar van 1972, precies toen de dominee van Sandefjord de kerk voor die dag wilde sluiten, kreeg hij speciaal bezoek. Daarom besloot hij zijn kantoortje toch nog wat langer open te houden.
‘In De doodsvogel van de Scandinavische schrijver Samuel Bjørk (van de bestseller Ik reis alleen) keert het politieduo Holger Munch en Mia Krüger terug in een psychologisch indringende thriller. Een tienermeisje lijkt ritueel vermoord te zijn en het onderzoeksteam van Munch wordt op de zaak gezet. De bijdrage van superrechercheur Krüger is cruciaal, maar ze worstelt met zelfmoordneigingen en verslaving. Dan duikt er een verontrustend filmpje op dat nieuwe details prijsgeeft. Ondertussen zit Munchs dochter midden in een emotionele crisis en komt ze in contact met een zeer zieke geest….’
 
3) Er moet iets gebeuren – Maartje Wortel –  Verhalen - Dag Mag Uitgevers – 236 blz.
Eigenlijk ging het al lang niet echt goed met me. Helemaal niet goed zelfs. In het begin deed ik er nog weleens geheimzinnig over, maar daarna zei ik gewoon tegen iedereen die het horen wilde dat ik het allemaal vrij moeilijk vond: doorgaan.
‘In Er moet iets gebeuren speelt Maartje Wortel een ingenieus spel met haar lezers. Kleine gebeurtenissen hebben grote gevolgen, terwijl de grote gebeurtenissen haast ongemerkt naar de achtergrond verdwijnen. Haar verhalen zijn vervreemdend en volstrekt logisch tegelijk, chaotisch en geordend, grappig en hard. Net als het leven zelf eigenlijk. Een echtpaar probeert op geheel eigen wijze een dode hond weer tot leven te wekken; de komst van twee nieuwe buurjongetjes ontregelt een heel gezin; en de schrijver vertelt ogenschijnlijk openhartig over een reis naar Istanbul waar ze verliefd wordt op een barmeisje, terwijl in Nederland haar vriendin op haar wacht. In Wortels kenmerkende eigenzinnige proza richt ze zich tot haar ex-geliefdes, haar huidige vriendin, haar redacteur en de lezer. Ze is genadeloos persoonlijk en laat zien dat de taal machteloos is in ons gevecht tegen de tijd, en toch ons enige wapen: 'Er zijn in het leven meerdere momenten waarvan je zegt dat je ze niet zult vergeten, maar zonder taal vergeet je ze op den duur toch.'
 
4) Het nichtje van de poppenspeler – Angela Carter – Nieuw Amsterdam – 240 blz.
In de zomer dat ze vijftien was ontdekte Melanie dat ze uit vlees en bloed bestond. ‘O, mijn Amerika! Mijn pas ontdekte land.’ In vervoering ging ze op reis: als een fysiologische Cortez, da Gama of Mungo Park verkende ze zichzelf van top tot teen: ze beklom haar eigen bergketens en drong door tot de vochtige weelde van haar geheime valleien.
‘Na de dood van haar rijke ouders verhuist de vijftienjarige Melanie met haar broertje en zusje naar een onbekende oom in Londen. Hij maakt speelgoed, maar is een despoot. Zijn Ierse vrouw, die al jaren niet spreekt, en haar twee wonderlijke broers zien er verwaarloosd uit. Eens per maand organiseert de oom een toneelstuk in de kelder, met levensgrote en griezelig echte poppen. Melanie moet uiteindelijk meespelen en wel als Leda de zwaan... Dit zwarte sprookje ontpopt zich tot een prachtige, onverwachte liefdesgeschiedenis. Internationale Klassieker Met trots presenteren wij onze eerste Internationale Klassieker. De titels in deze reeks zijn bewezen successen en nog helemaal van nu. Carter schrijft wonderschoon, sprankelend en ritmisch over pittige thema's met een openhartige seksuele ondertoon en is met recht een klassieker die ertoe doet dus!
 
5) De oogst is voorbij – Geert van der Kolk –  De Kring - 352 blz.
De vlakte lag doodstil onder de zon en het gras was kort en geelbruin. Het regenseizoen was nog niet begonnen. De bergwand in het oosten rees als een donkere waarschuwing op in de verte, in het noordwesten, zakte het land geleidelijk weg naar de kale en van hitte glinsterende bodem van de rifvallei.
 ‘Hoop, liefde en tegenslag in een meeslepende, kleurrijke roman Vanaf het moment dat ingenieur Andries Jordaan in Afrika aankomt, gaat alles anders dan hij had gehoopt. Het ontwikkelingsproject waar hij komt te werken blijkt een puinhoop, de lokale stammen zijn onverschillig of achterdochtig, en de autoriteiten dwarsbomen hem zoveel ze kunnen. Jordaan krijgt onverwacht hulp van Pippa Roberts, een Engelse dokter die een regionale kliniek wil openen. Ze geloven dat ze samen iets goeds tot stand kunnen brengen, maar onderschatten hoe eindeloos gecompliceerd, weerbarstig en gewelddadig de Afrikaanse werkelijkheid is. Hun eigen drijfveren blijken minstens even gecompliceerd te zijn. De oogst is voorbij is een meeslepende, kleurrijke én ontluisterende roman, met als rode draad een liefdesaffaire die te mooi lijkt om waar te kunnen zijn.’
 
6) Kwellende liefde – Elena Ferrante – Wereldbibliotheek – 174 blz.
Mijn moeder verdronk in de nacht van 13 mei, mijn verjaardag, in het stuk zee bij de plek die Spaccavento wordt genoemd, op een paar kilometer van Minturno.
‘Het ontroerende en verbijsterende debuut van Elena Ferrante. Delia, een vrouw van begin dertig, keert na de dood van haar moeder terug naar Napels, de stad waar ze is opgegroeid. Ze wil te weten komen wat er is gebeurd in de nacht dat haar moeder verdronk. Delia's speurtocht verandert het beeld dat ze altijd van haar moeder heeft gehad, maar ook dat van haar eigen verleden. Was haar moeder wel die wispelturige, veeleisende vrouw, die aan de jaloerse blikken van haar man wilde ontsnappen? Hoe betrouwbaar zijn Delia's herinneringen aan haar eigen jeugd? Kwellende liefde is de roman waarmee Elena Ferrante in 1993 debuteerde. Ze schrijft hierin over de thema's die in haar latere romans terugkeren: het zoeken naar een eigen identiteit, het besef van het menselijk onvermogen, de wil om het leven te lijf te gaan en de angst om alleen te staan. En dat alles in een taal waarmee de diepte van de menselijke psyche glashelder wordt blootgelegd.’
 
7) Ochtendkoorts – Péter Gárdos – Ambo Anthos – 286 blz.
Het was een wisselvallige zomerdag toen mijn vader Zweden binnenvoer. De oorlog was net drie weken voorbij.
De roman Ochtendkoorts van Péter Gárdos speelt zich net na de Tweede Wereldoorlog af en is een tijdloos liefdesverhaal. In Ochtendkoorts wordt Miklós, een Hongaarse overlevende van Bergen-Belsen, verscheept naar een vluchtelingenkamp in Zweden. Hij heeft te horen gekregen dat hij nog maar enkele maanden te leven heeft. Miklós wil iets achterlaten, een bewijs dat hij bestaan heeft, en stelt een lijst op van 117 vrouwen die afkomstig zijn uit hetzelfde gebied als hij, eveneens een kamp overleefd hebben en nu in Zweden zitten. Hij schrijft ieder van hen aan in de hoop op een reactie en een echtgenote. In een ander vluchtelingenkamp leest Lili zijn brief. Ze ligt op bed, heeft niets omhanden en besluit terug te schrijven. Met elke brief raken ze verliefder. In december 1945 besluiten ze elkaar te ontmoeten, en in de drie dagen die ze samen doorbrengen raken ze ervan overtuigd dat ze willen trouwen. Ze moeten alleen nog een manier vinden om dat voor elkaar te krijgen… Ochtendkoorts is een prachtig liefdesverhaal, gebaseerd op het leven van de ouders van de auteur.  Het boek is een bestseller in meerdere landen.
 
8) Compassie – Stephan Enter – Van Oorschot – 154 blz.
Hoe ik erin verzeild raakte? Rusteloosheid - ja, dat in eerste instantie. Ik had een geliefde, een hoogbegaafde en licht autistische natuurkundige die maar niet kon beslissen of ze nu op mannen of op vrouwen viel, kortom het was aan-uit-aan-uit en dat werd zo dodelijk vermoeiend, dat ik zelf actie ondernam.
‘Zo begint Compassie, de vierde roman van Stephan Enter.
Het leven van Frank van Luijn, bijna veertig, kabbelt al decennialang gemoedelijk van relatie naar relatie. Hij verkiest een bestaan zonder verplichtingen boven de schrale eentonigheid van jaar in jaar uit opgescheept zitten met één partner. De laatste tijd is hij blasé en in gezelschap zwijgzaam, omdat hij zich steeds vaker verveelt en anderen onderontwikkeld en oninteressant vindt. Wanneer hij een kennis het fenomeen internetdating hoort beschrijven als een 'grote snoeppot' besluit hij zich, deels uit rusteloosheid en deels uit vrijblijvende nieuwsgierigheid, in te schrijven. En daar gebeurt het onverwachte: na enkele teleurstellende ervaringen valt hij als een blok voor de half-Duitse Jessica. Zijn leven verandert, hijzelf verandert, het geluk lijkt hem toe te lachen - tot hij op een onoverkomelijkheid stuit.’
 
9) Icarus – Deon Meyer – A.W. Bruna – 376 blz.
Het lijk van Ernst Richter komt bloot te liggen door een complot tussen hemel en aarde. Alsof het heelal samenzweert om de gerechtigheid een duwtje in de rug te geven.
Inspecteur Bennie Griessel en zijn collega Vaughn Cupido hebben een flinke kluif aan hun nieuwe zaak. En Griessel heeft zijn handen vol aan zijn eigen sores... 17 december. Het lichaam van Ernst Richter, internetondernemer en oprichter van de controversiële website Alibi.co.za, wordt aangetroffen in een ondiep graf in de zandduinen vlak bij Parklands. Hij werd sinds een maand vermist. Niemand binnen de politiemacht wil de zaak aannemen vanwege de politieke consequenties voor de betrokkenen én de onherroepelijke mediatsunami die zal volgen op de moord op een persoon zo omstreden als Richter. En dus mag de speciale eenheid 'de Valken' ermee aan de slag. Zelfs onder normale omstandigheden zou deze zaak al genoeg kopzorgen veroorzaken voor Bennie Griessel en Vaughn Cupido. De medewerkers van Alibi.co.za behoren niet bepaald tot het mededeelzame soort en de lijst van mensen die Richter met hun blote handen hadden willen wurgen is lang. Maar de omstandigheden zijn allesbehalve normaal. Griessel heeft de fles weer ontdekt en Cupido is verliefd - op een van de hoofdverdachten. En op 24 december zet de verklaring van een jonge wijnboer de zaak volledig op zijn kop. Kerstmis zal nooit meer hetzelfde zijn.’
 
10) Alles van waarde – Lodewijk van Oord – Cossee – 238 blz.
Wijnand Struif, sprak hij zachtjes door de intercom. Ben ik nog op tijd?’ Hij duwde de deur zachtjes open en knikte het onbekende meisje achter de uitgiftebalie vluchtig toe.
 ‘De platen van het systeemplafond vallen van armoede uit elkaar, het stof ligt duimendik op de boekenkasten en de muizen eten langzaam maar zeker hun weg door het papier van imposante maar verouderde naslagwerken. Dit is de universiteitskamer van de Leidse wetenschapper Wijnand Struif. Hij kan – en wil – zich geen andere omgeving voorstellen: dit is zijn werk, zijn thuis, zijn leven. Maar de universiteit is volop in beweging. Oude tradities moeten plaatsmaken voor moderne ideeën, verliesgevende instituten worden gesloten, kleine opleidingen gedwongen te fuseren. Wijnand staat met zijn rug tegen de muur. Zijn Instituut voor Numismatiek beheert een kostbare verzameling oude munten, die bestuurder Sjuul van Baarlo maar wat graag zou gebruiken om het gat in de begroting te dichten. Gelukkig kan Wijnand rekenen op de hulp van zijn voormalige leermeester, een succesvol auteur van veelgelezen boeken over de oudheid, en zijn nieuwe assistente Taziri Azulay, een Marokkaans-Nederlandse archeologiestudente. Samen werken ze aan de digitalisering van de collectie, waarmee Wijnand het instituut een modern karakter hoopt te geven en zijn bestaansrecht tracht te bewijzen. Hij wordt steeds optimistischer over zijn mogelijkheden. Maar ook Sjuul en Taziri grijpen hun kansen. Hoe besluit een gemeenschap wat waardevol is? Hoe verhoudt een veranderende samenleving zich tot de eigen geschiedenis en cultuur? Alles van waarde is een verhaal over zilver en goud, origineel en kopie, lichaam en geest. Van Oord laat ons ontwikkelingen en verbanden zien die geen enkele lezer onberoerd zullen laten.’