04-09-2017

DE EEUW VAN CHARLIE CHAPLIN

 

Een krachtig, kolossaal, karakteristiek verhaal leg ik voor u in de etalage dat ons een prachtig panorama over een wervelend tijdperk biedt en dat  gezien wordt door de lens van een filmicoon. Ik weet nog goed hoe de tintelende filmster mijn hart veroverde in een geliefd wijkgebouw in Krimpen a/d IJssel. Met een vriend was ik uit Kralingseveer getogen om via het vermaarde Veer van der Ruit aan de overkant te geraken. Op Tweede Kerstdag 1956 zagen wij de ster Charlie Chaplin schitteren in de film ‘Limelight’. Ons ontgingen in de zogenoemde slapstick de gevoelens van wanhoop en vergankelijkheid niet. Natuurlijk had ik al eerder in het bijzijn van broer en vader de held van het witte doek in bioscoop Cineac in Rotterdam zien opereren, maar daar in Krimpen in De Rank viel ik definitief voor de man Chaplin. Ik moest aan het voorbije maar weer opgeroepen verleden denken, toen ik een paar dagen terug de vuistdikke paperback De eeuw van Charlie Chaplin van Matthijs de Ridder en uitgeverij De Bezige Bij van de postman aangereikt kreeg. Daar de hoofdpersoon veertig jaar terug het leven adieu moest zeggen, zal niet ieder van u bij de les zijn. Ik geef daarom via Wikipedia zijn levensrelaas om u bij te praten. Daarna geef ik nu de tekst van de uitgever op de omslag en volgende week doe ik dat met de recensie van Sonja zoals die een paar weken terug op de site van Tekstbureau Renaud stond. U heeft dan naar mijn idee voldoende proviand om over een paar weken de tocht door De eeuw van Charlie Chaplin te maken. In ieder geval weet u dat dit boek er is!

Wikipedia: Charles Spencer (Charlie) Chaplin (Londen, 1889 – Vevey, Zwitserland, 1977) was een Engelse artiest, acteur, regisseur, componist en komiek. Daarnaast deed hij ook nog aan pantomime en vaudeville. Hij was in de tijd van het ontstaan van de bioscoopfilm in de Verenigde Staten een van de beroemdste filmsterren ter wereld. Later werd hij ook filmregisseur. Zijn bekendste rol was die van de zwerver (‘The Tramp’), een mannetje van eenvoudige komaf met een klein snorretje en een aanzienlijke persoonlijke waardigheid. Met een strakzittende jas, een rotting (rotan wandelstokje) en een hoedje lukt het hem in het dagelijks leven steeds weer vanuit een underdog-situatie zijn moeilijkheden te overwinnen. Chaplin speelde deze rol met veel succes van 1914 tot 1936 in tientallen films. Charlie Chaplin werd geboren als zoon van Charles Chaplin en Hannah Harriette Hill, die beiden in reizende toneelgezelschappen werkten. Hannah trad op onder de artiestennaam Lily Harley. Zijn ouders gingen spoedig na zijn geboorte uit elkaar, waarna hij bij zijn moeder achterbleef. Zij besteedde de kleine Charlie en diens halfbroer Sydney uit in het armenhuis ('workhouse'), waar ze na een paar weken werden overgeplaatst naar een school voor wezen en verlaten kinderen in Hanwell. Vader Chaplin stierf als alcoholist toen Charlie twaalf jaar was, zijn moeder stortte geestelijk in en werd uiteindelijk opgenomen in een gesticht, het Cane Hill Asylum bij Croydon. Ze overleed in 1928. Later ontdekten Charlie en Sydney dat ze nog een halfbroer hadden, Wheeler Dryden, een zoon van hun moeder, eveneens acteur en later werkzaam bij Charlie. In 1910 emigreerde hij naar de Verenigde Staten.

Rond Chaplins geboorte bestaan veel onzekerheden. Hij werd in een artiestenfamilie geboren, maar de geboorteplaats Walworth is onzeker. Er is geen geboorteakte opgemaakt. In 2011 ontdekte Victoria Chaplin in een afgesloten lade van een bureau in de schuilkelder onder Chaplins villa een brief die een nieuw licht op Chaplins geboorte en afkomst werpt. In 1971 had de Britse leeuwentemmer Jack Hill na het lezen van Chaplins memoires aan Chaplin geschreven dat zij beiden in de woonwagen van een zigeunerkoningin op een zigeunerkamp bij Birmingham waren geboren. De zigeunerin was Hills tante. Hill voegde in een Post Scriptum toe dat hij niet op chantage uit was. Hannah Harriette Hill was volgens Hill onderweg naar het circus van haar vader en vestigde zich later in Londen. Over het waarheidsgehalte van de brief is geen zekerheid meer te verkrijgen, alle getuigen zijn inmiddels overleden, maar Victoria Chaplin noemt de brief "authentiek" en Michael Chaplin vermoedt dat zijn vader veel waarde aan de brief over de zigeunerherkomst heeft gehecht omdat de brief zo zorgvuldig werd bewaard. Chaplin deed het typische loopje van de joden (de zogenaamde "toffeehakken") nadat hij dat in Whitechapel, de arme jodenwijk van Londen, had gezien. Zelf was Charles niet joods en hij was in Lambeth opgegroeid,[ maar zijn halfbroer was joods. Daarom ontkende Chaplin, die fel tegen antisemitisme en alle vormen van racisme  was, nooit dat hij joods zou zijn. Stomme films waren even gemakkelijk te begrijpen voor een Chinees publiek als voor een Amerikaans; Chaplin werd letterlijk een wereldster. Met de opkomst van de geluidsfilm begon zijn reputatie te tanen; zijn kracht lag in stil spel. Tijdens het mccarthyisme werd hij in de Verenigde Staten beschuldigd van "anti-Amerikaanse activiteiten" (dat hij een communist zou zijn).

Tijdens de promotie in 1952 van zijn film ‘Limelight’ in Engeland besloot hij na problemen met de Amerikaanse Immigratiedienst (bovendien liet FBI-chef J. Edgar Hoover Chaplins gangen nagaan), niet meer naar de Verenigde Staten terug te keren. Hij vertrok naar Zwitserland. Veel minder bekend is dat hij naast acteur en regisseur ook componist was. Hij schreef onder andere solowerken voor cello (een van de instrumenten die hij ook zelf, linkshandig, bespeelde), en de filmmuziek bij zijn eigen film ‘Modern Times’ met het wereldberoemde nummer ‘Smile’. Chaplin was jarenlang een van de bekendste artiesten ter wereld. Waar hij verscheen moest het verkeer worden geregeld. Chaplin werd schatrijk. Politiek stond hij bekend als uiterst links. Conservatieve Amerikaanse kranten, de FBI en conservatieve politici spraken zich zeer negatief over Chaplin en zijn privéleven uit. Chaplin is vier keer getrouwd geweest (en had tientallen affaires) Charlie Chaplin overleed op Eerste Kerstdag 1977 in zijn slaap aan een hartstilstand. Hij werd 88 jaar oud. Op 8 maart 1978 werd zijn lijk gestolen. Het plan was om losgeld te eisen, dit mislukte en de dieven werden gearresteerd. Het lijk werd 11 weken later teruggevonden bij het meer van Genève en herbegraven onder 180 cm beton.’

De Bezige Bij: ‘Vanaf het moment dat Charlie Chaplin in 1914 op het witte doek verscheen, ging alles razendsnel. Binnen een jaar werd hij de beroemdste man ter wereld en was zijn personage uit de film 'The Tramp' het icoon geworden van dé kunstvorm van de twintigste eeuw: de cinema. De populariteit van Chaplins personage was zo overweldigend dat hij ook buiten de filmzalen een enorme invloed had. Geallieerde soldaten uit beide wereldoorlogen beschouwden hem als wapenbroeder, avant-gardekunstenaars erkenden hem als muze, in de ogen van Russische revolutionairen leidde hij het verzet tegen het grootkapitaal en voor veel Amerikanen was hij het symbool bij uitstek van de Amerikaanse droom. Chaplin werd, soms tegen wil en dank, meegesleurd in de verhitte maatschappelijke debatten van zijn tijd en liet zich ook zelf nooit onbetuigd. Matthijs de Ridder vertelt in De eeuw van Charlie Chaplin over een kunstenaar die alle belangrijke thema’s van de twintigste eeuw wist te belichamen. Dit boek is een fenomenale cultuurgeschiedenis van een woelig tijdperk dat tot de dag van vandaag onze kijk op de wereld bepaalt.’
 

IN EUROPA





Vreselijk verheugd ben ik met het voortleven van een briljant boek. Heel blij ben ik met de 29e druk van een kolossaal en krachtig reisverslag. Enorm in mijn nopjes ben ik met de renaissance in een nieuwe outfit van een vermaard journaal. Ik heb het over de uit twee aparte delen bestaande heruitgave van een gerenommeerd werk. Het gaat om de paperbacks In Europa van Geert Mak en uitgeverij Atlas Contact met de ondertitel ‘Reizen door de twintigste eeuw’. Op de omslagen prijken de illustraties ‘Ingang van de Wereldtentoonstelling in Parijs’ uit 1889 van Jean Béraud. Ze markeren goed de wenteling der eeuwen. Sinds begin jaren negentig ben ik in de ban van het oeuvre van de in 1946 geboren jurist, journalist en auteur. Ik noem de werken De engel van AmsterdamHoe God verdween uit JorwerdDe eeuw van mijn vaderReizen zonder John en natuurlijk In Europa. Als opvoeder, leraar, recensent, mocht ik mijn gading opdoen in deze en andere boeken van Geert Mak. Als ik Mak niet gehad dan was ik niet goed uit verf gekomen!

In mijn boekenkast staat de eerste druk uit 2004 van In Europa die 1224 grote bladzijden telt. De remake van nu is wat minder omvangrijk: 854 kleinere bladzijden.  Op de site zegt de uitgever hoe dat zit. Ik citeer: ‘ In Europa bevat de neerslag van een reis die Geert Mak maakte door Europa in het laatste jaar van de twintigste eeuw. De geschiedenis van die eeuw was zijn leidraad. Mak reisde naar Londen, Stalingrad en Madrid, langs de bunkers van Berlijn, bekeek de geparfumeerde kleerkasten van Helena Ceausescu in Boekarest en de speelgoedauto's in een verlaten crèche in Tsjernobyl. Het werd een inventarisatie: hoe lag het continent erbij aan het slot van de eeuw? In Europa was meteen na verschijning een enorm succes: er zijn meer dan 350.000 boeken over de toonbank gegaan en de rechten werden aan veertien landen verkocht. Het boek werd ook in het buitenland alom geprezen. De VPRO zond een grote, 35-delige documentairereeks uit, gebaseerd op In Europa, waarin alle historische plaatsen uit het boek bezocht worden en de Europese geschiedenis aan de hand van het boek werd verteld.
Na de gebonden editie en de paperback, die meer dan 1200 bladzijden besloegen, verscheen een ingekorte editie. De inkortingen werden door de auteur zelf uitgevoerd voor de buitenlandse edities; een aantal bijzaken en uitweidingen zijn weggelaten maar de kern van de reis en het verhaal zijn intact gebleven.’

Bij het verschijnen van In Europa mocht ik lovende woorden uiten over het meeslepend geschreven boek. Toen al had ik het vermoeden dat In Europa mij zal blijven begeleiden. Om niet in een herhaling van eigen woorden te vervallen, pluk ik van Wikipedia en geef ik deels Maks site door. Ik stel u vervolgens voor hier over een paar weken onze gedachten met elkaar uit te wisselen over een tocht door In Europa. Wat een genot goede boeken tot ons te mogen nemen!
Wikipedia: ‘‘In Europa: reizen door de twintigste eeuw’ is een boek geschreven door Geert Mak. De eerste druk dateert uit maart 2004. De herziene versie dateert uit november 2007; deze versie is ingekort en bevat een actueel nawoord. In het boek beschrijft Mak de reis die hij in opdracht van NRC Handelsblad maakte in het jaar 1999. Het boek beschrijft onder andere historische gebeurtenissen en periodes. Deze zijn vervlochten met verhalen, meningen en visies van mensen die hierbij betrokken waren, in die tijd leefden of hier achteraf op terugkeken. In Europa was het best verkochte boek van een Nederlandse auteur in Nederland in 2004. Het boek won de NS Publieksprijs 2005 voor het Nederlandse Boek 2004 en kreeg daarmee de eretitel "Boek van het Jaar". Het boek is in veertien talen vertaald waaronder het Engels, Spaans, Frans, Duits, Italiaans, Hongaars en Pools. De gelijknamige documentairereeks In Europa van Geert Mak is gebaseerd op het boek en werd vanaf 2007 in 35 afleveringen, verspreid over twee seizoenen, door de VPRO uitgezonden. Het werd later bij herhaling uitgezonden door de Frans-Duitse zender Arte. Het boek is opgebouwd uit twaalf hoofdstukken die corresponderen met de maanden van het jaar 1999. Ieder hoofdstuk beslaat een periode uit de twintigste eeuw en begint met een landkaart van Europa. Deze hoofdstukindeling is chronologisch opgebouwd. Per maand bezocht Mak een aantal steden uit een bepaald tijdvak, ongeacht of ze ver uit elkaar liggen of niet. Op de landkaarten worden de desbetreffende routes uitgestippeld die Mak in die maand aflegde. Verder tonen deze landkaarten hoe de grensverdeling van Europa in bepaalde periodes van de twintigste eeuw was. Ook worden bepaalde oorlogsfronten gemarkeerd op de kaarten. In sommige hoofdstukken bevatten de landkaarten uitvergrote kaders om bepaalde gebieden uit te lichten. De epiloog van de herziene versie geeft een actuele visie op de toenmalige status van Europa.
 

Januari1900 - 1914Amsterdam, Parijs, Londen Berlijn, Wenen
Februari1914 - 1918Wenen, Ieper, Cassel, Verdun, Versailles
Maart1917 - 1924Stockholm, Helsinki, Petrograd, Riga
April1918 - 1938Berlijn, Bielefeld, München, Wenen
Mei1922 - 1939Predappio, Lamanère, Barcfelona, Guernica, München
Juni1939 - 1941Fermont, Duinkerken, Chartwell, Brasted, Londen
Juli1940 - 1942Berlijn, Himmlerstadt, Auschwitz, Warschau, Leningrad, Moskou
Augustus1942 - 1944Stalingrad, Odessa, Istanbul, Kefallonia, Cassino, Rome, Vichy, Saint Blimont
September1944 - 1956Bénouville, Oosterbeek, Dresden, Berlijn, Neurenberg, Praag, Budapest
Oktober1956 - 1980Brussel, Amsterdam, Berlijn, Parijs, Lourdes, Lissabon, Dublin
November1980 - 1989Berlijn, Niesky, Gdańsk, Moskou, Tsjernobyl
December1989 - 1999Boekarest, Novi Sad, Screbrenica, Sarajevo


De site: In Europa. Verschenen in 2004 - Geert Mak reisde met de twintigste eeuw mee, in een krakeling van routes, langs Londen, Volgograd en Madrid, langs de bunkers van Berlijn, de geparfumeerde kleerkasten van Helena Ceausescu in Boekarest en de speelgoedautos in een verlaten crèche in Tsjernobyl. Wat heeft een straatarme, tandeloze bejaarde in een afgelegen, vervallen dorpje in Roemenië gemeen met de bewoner van een Hollandse nieuwbouwwijk, hybride auto voor de deur, golfset in de gang? Niet veel – maar ze wonen wel allebei in een land dat deel uitmaakt van Europa. Binnen de grenzen van dat continent lijken de verschillende tijdlagen soms als kruiend ijs over elkaar te schuiven: de ene plaats geeft je het gevoel dat de tijd heeft stilgestaan, op andere plekken vallen de vernieuwingen niet bij te benen. In 1999, vlak voordat er weer een hoofdstuk van een eeuw Europa ten einde zou gaan, maakte Geert Mak in opdracht van NRCHandelsblad een reis door die oude wereld. Zijn doel: ‘een soort eindinspectie: hoe lag het continent erbij, aan het slot van de twintigste eeuw?’ Tegelijk was het een ‘historische reis’: ‘ik volgde, voor zover mogelijk, de loop van de geschiedenis, op zoek naar sporen die waren achtergebleven.’

De inhoudsopgave van het boek bestaat uit een indrukwekkende lijst plaatsen waar geschiedenis is geschreven: Verdun, Ieper, Berlijn, Predappio, Leningrad, Vichy, Neurenberg, Lourdes, Tsjernobyl en Novi Sad, om er een paar te noemen. Overal bezocht Mak plaatsen van herinnering, hij dook in archieven en sprak met schrijvers, historici, filosofen, politici, verzetslieden en militairen, maar ook met hele gewone mensen die over hun leven vertelden. Al die gesprekken, al die documenten, al die boeken, ze hebben geleid tot een imposant verhaal over een eeuw Europa, een werelddeel dat wel één naam draagt maar nooit echt een eenheid was. En hoe kan het anders, gezien de totaal verschillende culturen binnen de grenzen ervan en het gegeven dat het gelijktijdige zo ongelijk kan zijn – niet lang geleden nog heel schrijnend, toen er in Joegoslavië, op twee uurtjes vliegen afstand van het kalme, nijvere Nederland, een burgeroorlog uitbrak. De twintigste eeuw is verleden tijd, geschiedenis. Er woedden oorlogen, de Muur viel, er kwam een Europese munt. In de machtige studie die In Europa is, maken we het allemaal nog een keer mee, vaak via verhalen uit de eerste hand, via ooggetuigenverslagen. Dat het daarbij lijkt dat de chaos toeneemt naarmate we het heden naderen, maakt deel uit van de paradox van de geschiedenis: hoe verder een tijdvak uit het zicht verdwijnt, hoe scherper het beeld zich toont.

Maks boek is een fascinerend mozaïek van verhalen en geschiedenissen, waar we later, op grotere afstand, misschien heel nieuwe patronen in zullen ontwaren.
`Begin 1999 verliet ik Amsterdam voor een reis door Europa die een vol jaar zou duren. Het was een soort laatste inspectie: hoe lag het continent erbij, aan het eind van de twintigste eeuw? Maar het was ook een historische reis: ik volgde letterlijk de sporen van de geschiedenis, door de eeuw en door het continent, beginnend in januari, bij de resten van de Parijse Wereldtentoonstelling en het bruisende Wenen, eindigend in december, in de ruïnes van Sarajevo. Dat hele jaar reisde ik zo met de eeuw mee, in een krakeling van routes, langs Londen, Volgograd en Madrid, langs de bunkers van Berlijn, de geparfumeerde kleerkasten van Helena Ceausescu in Boekarest en de speelgoedauto’s in een verlaten crèche in Tsjernobyl. En ik praatte met de getuigen: met schrijvers en politici, met verzetsmensen en hoge officieren, met een boer in de Pyreneeën en met de kleinzoon van de Duitse keizer, tientallen Europeanen die hun verhaal op tafel legden. Dit reisverslag gaat over het verleden, en wat het verleden met ons doet. Het gaat over verscheurdheid en onwetendheid, over historie en angst, over armoede en hoop, over alles wat ons nieuwe Europa scheidt en bindt.' - Geert Mak

DE MUG EN DE KAARS



Een lust voor het oog, een streling van het gemoed, een ode aan de genegenheid, een loflied op de lieflijke lust, een zang op de vriendschap leg ik voor u op de leesplank. Een pracht van een boek, daar gaat het om, dat u bepaalt bij (wellicht) onvermoede rijkdom van de literatuur en mij in ieder geval bepaalt bij een lacune in mijn studie Nederlandse taal- en letterkunde. Ik heb het over de 528 bladzijden tellende, van meet tot finish gul en grandioos geïllustreerde hardcover De mug en de kaars van Sophie Reinders en uitgeverij Vantilt met de ondertitel ‘Vriendenboekjes van adellijke vrouwen 1575-1640’. Ik geef het grif toe: voor mij en vele anderen waren de zogenoemde vriendenboekjes taboe om de doodeenvoudige reden dat ze in mijn studiejaren ondergeschoven kinderen waren. Mooi dat Sophie Reinders in haar proefschrift de literaire kleinoden boven tafel gebracht heeft. In mij kwamen gevoelens wakker die in mij opwelden tijdens mijn jaren van studie aan de Utrechtse universiteit. Onder leiding van de immer voorkomende en voortvarende prof. dr. M.A. Schenkeveld – van der Dussen besteedde een werkgroep van Neerlandici op het Instituut De Vooys in de jaren zeventig een studie aan het boekje De Roemster van den Aemstel, Off: Poëtische beschrijvinghe van de Riviere Aemstel van waarschijnlijk M. van Velden uit waarschijnlijk 1630. Het ging om een stroomdicht: een tamelijk lang gedicht waarin door middel van beschrijvingen, opsommingen, epische uitweidingen en lyrische ontboezemingen een rivier wordt geprezen. Daarbij kan aandacht worden geschonken aan het nut, de schoonheid en ligging van en d levende wezens in en om de betreffende rivier. Vaak wordt de rivier in het gedicht gepersonifieerd als een godheid. Verondersteld is dat de dichter overtuigd is van de belangrijkheid en grootsheid van de rivier en dat zijn doel is de lezer van hetzelfde te overtuigen. Onder de titel van ‘Ruygh-Bewerp’ verscheen in 1973 de neerslag van de werkgroep waarvan ik ook deel uit mocht maken. Met gevoelens van nostalgie wandel ik door de 140 bladzijden van het boekwerk.
Ik haast mij te zeggen dat Sophie Reinders (1984) ons werk grandioos overtroffen heeft door haar veelomvattende, toegankelijke, tintelende studie in haar uppie. Wij zullen een volgende keer een tocht maken door haar De mug en de kaars. Nu wil ik met behulp van de tekst op de omslag en de recensie van Marc van Oostendorp in Neerlandistiek bagage ter voorbereiding

Vantilt: ‘‘Zoals een mug zijn leven in gevaar brengt om de helderheid van een kaars te aanschouwen, zo ook doet een heer dat door te kijken naar de schoonheid van een dame’ is een van de populairste gedichtjes in ‘vrouwenalba amicorum’. Aan het eind van de zestiende eeuw werd het mode onder jonge adellijke vrouwen om een boekje bij te houden waarin zij gedichten en liederen, tekeningen en spreuken van vrienden verzamelden. Zij deden dit om gelijkgestemden te vinden, te flirten, herinneringen vast te leggen en hun identiteit te vormen en presenteren. Het was de bedoeling dat men gepaste bijdragen leverde, maar vooral mannen hadden daar soms moeite mee – de waarschuwingen van eigenaressen om obscene bijdragen eruit te scheuren ten spijt. In De mug en de kaars ontrafelt Sophie Reinders de zeer onderbelichte leefwereld van jonge adellijke vrouwen (en mannen) anno 1600 aan de hand van deze fascinerende vriendenboekjes. We zien hoe vriendschappen werden bevestigd en liefdes nagejaagd, gevonden en soms ook verloren. Deze vrouwenalba amicorum zijn vrijwel uitsluitend overgeleverd uit de Noordelijke Nederlanden en tonen ons een andere, verrassende kant van de Gouden Eeuw.

Marc van Oostendorp: ‘Vriendenboekjes in de zestiende eeuw: veel beter dan Facebook. Mooi onderzoek gaat vaak over nietigheden. Een goede onderzoeker is vaak iemand die iets neemt dat op het eerste gezicht onooglijk en klein is, en laat dan zien dat er een hele wereld in verstopt zit. Mooi onderzoek ontleent zijn glans niet aan de voor iedereen evidente kwaliteiten van het object van studie, maar aan het zichtbaar maken van de onzichtbare. Zoals het vriendenboekje dat Rutghera van Eck, een adellijke jongedame uit Zutphen, in 1598 begon. Dat album heeft volgens de literatuurwetenschapper Sophie Reinders “tot nu toe een schaduwbestaan geleid”: ‘Hier heeft beslist aan bijgedragen dat het er absoluut niet spectaculair uitziet. Het album heeft een eenvoudige, witleren band, met daarop de naam van de eigenaresse. (…) Het album oogt ook vanbinnen weinig opvallend. Het aantal kleurenafbeeldingen is klein en beperkt zich zich tot een reeks wapens voorin, die grotendeels ook nog later ingeplakt lijken. Mooie tekeningen ontbreken, het aantal liederen houdt ook niet over en slechts weinige beroemdheden vereerden de eigenaresse met het inschrijven van hun naam en een spreuk.’ Echt een onderwerp voor een proefschrift, kortom! Of in ieder geval voor een uiteindelijk heel boeiend hoofdstuk in een ook anderszins adembenemend proefschrift – De mug en de kaars. Vriendenboekjes van adellijke vrouwen, 1575-1640’,  waarop Reinders afgelopen dinsdag in Nijmegen cum laude promoveerde.

Juist door zo’n op het eerste gezicht wat saai boekje heel nauwkeurig te bestuderen, laat Reinders zien, kom je ineens heel dichtbij het dagelijks leven in de late zestiende en vroege zeventiende eeuw, zoals in dit geval van Rutghera van Eck. Voor haar was dat boekje namelijk wél heel belangrijk – ze droeg het waarschijnlijk sinds haar meisjestijd haar hele leven met zich mee, en liet er op gezette tijden mensen die een rol in haar leven speelden iets in schrijven. Omgekeerd kunnen we juist daardoor haar leven beter benaderen dan we anders zouden kunnen. We zien haar vroomheid, we zien dat ze drie keer met een Engelse officier trouwde die in Zutphen gevestigd was, en hoe ze dus ook Engels leerde. We zien hoe ze zich terugtrekt in de periodes dat ze weduwe is. In de periode rondom 1600 waren ‘alba amicorum’ populair in adellijke kringen. De boekjes van mannen waren tot nu toe beter bestudeerd dan die van vrouwen – misschien omdat ze meer spektakel bieden. Mannen namen de alba vaak met zich mee op reis en lieten er allerlei mensen (andere mannen) in schrijven die ze onderweg tegen kwamen. Degene die in de boekjes van vrouwen schreven waren waarschijnlijk vaker langdurige bekenden, al reisden ook die vrouwen behoorlijk wat af en hadden ook zij dan korter contact.

Reinders heeft haar materiaal met een verbazingwekkende geleerdheid onderzocht. Werkelijk ieder aspect komt aan de orde. De titel – De mug en de kaars – komt bijvoorbeeld uit een hoofdstuk waarin de tekeningen in een emblematische traditie worden geplaatst, maar er is ook aandacht voor het taalgebruik, voor de liedjes, voor de adellijke tradities, voor de discussies over het christendom, en voor allerlei andere onderwerpen. Ze heeft bovendien waarschijnlijk vrijwel ieder ‘album’ onder ogen gehad. Het proefschrift telt 500 pagina’s, maar je krijgt de indruk dat de auteur zich daarbij nog heeft beperkt: dit móéten wel de krenten uit de pap zijn. Neem bijvoorbeeld een klein onderwerpje dat mij toevallig bijzonder interesseert: welke talen sprak men in de Gouden Eeuw? Uit eerder onderzoek was naar voren gekomen dat men in adellijke kring toch minstens behoorlijk goed Frans moet hebben gekend. Reinders, wier onderzoek vooral gaat over de oostelijke provincies van Nederland, laat zien dat die kennis van het Frans misschien wel aanwezig was in Holland, maar in de oostelijke provincies minder sporen naliet: en hoe verder naar het oosten, hoe minder Frans er in de ‘alba’ werd geschreven. Latijn werd in vrouwenalba sowieso weinig gebruikt; wel werd er een enkel sonnet van Petrarca in het Italiaans geciteerd en kenden sommigen dus kennelijk ook een beetje Engels. De taal die in deze alba werd gebruikt was trouwens nog alles behalve gestandaardiseerd en ligt daarom voor een modern taalgevoel ergens tussen Nederlands en Duits in.
Reinders’ boek is door Vantilt ook nog eens heel verzorgd uitgegeven (in een vormgeving van Brigitte Slangen), met heel mooie kleurenafbeeldingen die uit de alba genomen zijn – in sommige andere dan die van Rutghera van Eck werd namelijk wél heel mooi getekend.

Het maakt van De mug en de kaars niet alleen een boek dat een genoegen is om te lezen, maar ook dat een genoegen is om door te bladeren. In de publiciteit rond Reinders’ boek werd de afgelopen dagen nogal de nadruk gelegd op het feit dat die vriendenboekjes de ‘sociale media’ van de vroegmoderne tijd waren. Ik beschouw dat eigenlijk als niet meer dan een gimmick. De verschillen met Facebook zijn eigenlijk veel interessanter. Reinders laat bijvoorbeeld zien dat het begrip vriendschap in adellijke kring heel anders in elkaar zat: vrienden waren de mensen op wie je kon rekenen, die je zouden helpen als het nodig was – in de eerste plaats je familie. Maar ook de functie van de moderne sociale media in iemands leven is geloof ik anders, al is het maar omdat je in de moderne tijd eigenlijk nauwelijks door je Facebook kunt bladeren om te zien hoe het er allemaal ook weer tien jaar geleden aan toe ging. Mensen hebben altijd banden gehad met andere mensen, en zolang ze kunnen schrijven hebben ze die banden in geschrifte willen tonen. Veel bijzonderder en interessanter zijn juist de unieke, kleine details – de manier waarop Rutghera stukjes verwijderde die misschien te obsceen waren, de manier waarop ze haar naam veranderde als ze weer een nieuwe man had, de manier waarop ze haar vriendinnen aanspoorden tot een zuiver geloof. Dat is allemaal veel mooier dan Facebook.’

DE FAMILIE GOLDEN

 

Het geschiedde voorbije woensdag 30 augustus: de man van de post reikte mij een fors boek aan en ik was meteen erin verzonken. Het ging om een literaire sensatie, want in superbe vorm ontvouwde de auteur een macht van een verhaal dat meteen het thema bij de kladden neemt. Natuurlijk mocht ik eerder werk van de man bij u introduceren, want het gaat om een gerenommeerd schrijver van naam en faam. Sinds zijn roman De duivelsverzen blijf ik hem volgen. Ik vind het een hele eer het eerste hoofdstuk aan u door te geven van de 496 bladzijden tellende paperback De familie Golden van Salman Rushdie en uitgeverij Atlas Contact met de ondertitel ‘Een roman’. Ik haast mij te zeggen dat die subtitel met een korrel zout genomen dient te worden want het zogenoemde verzonnen verhaal schuurt langs de werkelijkheid van het bestaan. Om dat een context te geven pluk ik van Wikipedia: ‘Ahmed Salman Rushdie (Bombay, 1947) is een essayist en schrijver van fictie en voorvechter van de vrijheid van meningsuiting. Het toneel van zijn werk is veelal het Indiase subcontinent. Hij werd beroemd door zijn romans Midnight’s Children en De duivelsverzen. Om het laatste boek werd hij in 1989 getroffen door een fatwa van de Iraanse moslimgeestelijke Khomeini waardoor hij vogelvrij werd verklaard en kon worden vervolgd door islamieten. Rushdie moest eerst tien jaar onderduiken en stond ook daarna onder constante Britse politiebescherming. Ten minste één bomaanslag tegen zijn leven mislukte voortijdig. In zijn vertelstijl vermengt hij mythe en fantasie met het werkelijke leven. Hij wordt dan ook wel gerekend tot het magisch realisme. Een bron van inspiratie voor Rushdie is het werk van Günter Grass.’ Ik geef de tekst van de omslag en de intro met de optie dat wij elkaar hier wederom ontmoeten om onze leeservaringen met elkaar uit te wisselen omtrent De familie Golden.

Atlas Contact: ‘Nero Golden, een mysterieuze, puissant rijke weduwnaar uit Mumbai, strijkt vlak na de inauguratie van Barack Obama met zijn drie zonen neer in een villa naast een weelderige tuin in New York. Ze zijn Mumbai ontvlucht nadat de vrouw van Golden omkwam bij de beruchte aanslagen op het luxe hotel – maar ook omdat de weduwnaar zijn leven er niet meer zeker was. Van begin af aan is buurman René, een documentairemaker op zoek naar zijn volgende onderwerp, gefascineerd door het luxe leven van de familie Golden. De komst van een bevallige Russische gymnaste, en de geboorte van een vierde zoon, doet de dynastie wankelen. Tegelijkertijd roeren zich duistere krachten in het land en komt er aan een ander gouden tijdperk abrupt een einde met de opkomst van een roekeloze, mediageile schurk met een onmogelijke haarkleur en make-up.
Salman Rushdie: ‘Op de dag van de inauguratie van de nieuwe president, toen we bang waren dat hij vermoord zou worden terwijl hij hand in hand met zijn bijzondere vrouw door de juichende menigte liep, en toen velen van ons op de rand van de economische ondergang stonden in de nasleep van het uiteenspatten van de hypotheekbubbel, en toen Isis nog een Egyptische moedergodin was, kwam een ongekroonde koning van een jaar of zeventig uit een land hier ver vandaan met zijn drie moederloze zoons naar New York, waar hij het paleis van zijn ballingschap betrok en zich gedroeg of er niets mis was met het land of de wereld of zijn eigen geschiedenis. Hij begon over zijn buurt te heersen als een goedertieren keizer, hoewel hij, ondanks zijn charmante glimlach en vaardige spel op zijn Guadagnini-viool uit 1745, iets zwaars en goedkoops ademde, het onmiskenbare luchtje van grof, despotisch gevaar, de geur die ons waarschuwde: pas op voor deze man, want hij kan je elk moment laten executeren, als je een hem onwelgevallig overhemd draagt, bijvoorbeeld, of als hij met je vrouw naar bed wil. De volgende acht jaar, de jaren van de vierenveertigste president, waren voor ons ook de jaren van het steeds grilliger en verontrustender bewind van de man die zich Nero Golden noemde en die niet echt een koning was, en aan het eind van zijn tijdperk was er een grote – en in metaforische zin apocalyptische – brand. De oude man was klein, gedrongen zou je zelfs kunnen zeggen, en droeg zijn haar, dat ondanks zijn gevorderde leeftijd nog overwegend donker was, glad naar achteren gekamd zodat de duivelse v-lijn werd geaccentueerd. Zijn ogen waren zwart en priemend, maar wat als eerste opviel – hij rolde vaak zijn hemdsmouwen op om te zorgen dat het opviel – waren zijn onderarmen, dik en sterk als van een worstelaar, en eindigend in grote, gevaarlijke handen met knotsen van gouden ringen vol smaragden. Weinig mensen hadden hem ooit zijn stem horen verheffen, maar toch twijfelde je er geen moment aan dat er een grote vocale kracht in hem huisde die je maar beter niet kon uitlokken. Hij kleedde zich duur, maar straalde iets opzichtigs, iets dierlijks uit, dat deed denken aan het Beest uit volksverhalen, niet op zijn gemak in menselijke opsmuk. Wij, zijn buren, waren allemaal behoorlijk bang voor hem, hoewel hij enorme, onhandige pogingen deed om een goede, sociale buurman te zijn, door woest met zijn stok naar ons te zwaaien, en op de raarste momenten mensen bijna te dwingen op de borrel te komen. Wanneer hij stond of liep, leunde hij voorover, alsof hij voortdurend tegen een harde wind in tornde die alleen hij kon voelen, licht gebogen vanuit de heupen, maar niet al te veel. Dit was een machtig man; nee, meer dan dat – een man die zwaar verliefd was op het idee van hemzelf als machtig man. Het doel van de wandelstok leek eerder decoratief en expressief dan functioneel.

Wanneer hij door de Gardens wandelde, deed hij zijn best om vriendelijk op ons over te komen. Hij stak vaak een hand uit om onze honden te aaien of door het haar van onze kinderen te woelen. Maar kinderen en honden deinsden terug voor zijn aanraking. Als ik hem zo zag, moest ik soms aan het monster van Frankenstein denken, een menselijk schijnbeeld dat er absoluut niet in slaagde echte menselijkheid tot uitdrukking te brengen. Zijn huid was getaand en zijn glimlach blikkerde van de gouden vullingen. Hij was een ruige en niet geheel beschaafde persoonlijkheid, maar hij was puissant rijk en dus werd hij natuurlijk geaccepteerd, al was hij in onze stedelijke gemeenschap van kunstenaars, musici en schrijvers over het geheel genomen niet populair.

We hadden kunnen weten dat een man die zich naar de laatste van de Julisch-Claudische vorsten van Rome noemde en vervolgens zijn intrek nam in een domus aurea, openlijk zijn eigen gekte, wangedrag, megalomanie en ophanden zijnde doem onder ogen zag, en er gewoon om lachte; dat zo’n man de handschoen aan de voeten van het lot wierp en zijn vingers onder de naderende neus van de Dood knipte onder het roepen van: ‘Ja! Vergelijk me maar met het monster dat christenen met olie overgoot en in brand stak om ’s avonds verlichting in zijn tuin te hebben! Dat de lier bespeelde terwijl Rome brandde (er waren in die tijd nog helemaal geen violen)! Ja: ik doop mezelf Nero, van het huis van Caesar, de laatste van die bloeddorstige lijn, en denk ervan wat je wilt. Ik vind het persoonlijk gewoon een mooie naam.’ Hij wreef ons zijn verdorvenheid onder de neus, zwolg erin, daagde ons uit die te zien, al ging het ons begripsvermogen te boven, en was ervan overtuigd met gemak iedereen te kunnen verslaan die tegen hem in opstand kwam. Hij kwam naar de stad als een van die gevallen Europese vorsten, ontkroonde hoofden van opgeheven huizen die nog steeds de grootse eretitels als achternaam gebruikten, van- Griekenland, van- Joegoslavië of van- Italië, en deden alsof de treurige toevoeging ‘voormalig’ niet bestond. Hij was in niets voormalig, zei zijn houding; hij was in alles vorstelijk, in zijn overhemden met stijve boord, zijn manchetknopen, zijn Engelse maatschoenen, de manier waarop hij naar gesloten deuren liep zonder de pas in te houden, omdat hij wist dat ze voor hem open zouden gaan; en in zijn wantrouwende aard, die hem dwong tot dagelijkse besprekingen met ieder van zijn zoons afzonderlijk om te vragen wat hun broers over hem zeiden; en in zijn auto’s, zijn liefde voor de speeltafel, zijn onhoudbare pingpong-service, zijn voorliefde voor prostituees, whisky en gevulde eieren, en zijn vaak herhaalde uitspraak – favoriet bij absolute heersers van Caesar tot Haile Selassie – dat de enige deugd die ertoe deed loyaliteit was. Hij wisselde vaak van mobiele telefoon, gaf het nummer aan bijna niemand en nam niet op als hij gebeld werd. Hij weigerde journalisten en fotografen in zijn huis toe te laten, maar in zijn vaste pokerkring zaten twee mannen die er vaak waren, zilverharige losbollen die meestal een bruin leren jasje met een kleurig gestreept sjaaltje droegen, en er in brede kring van verdacht werden hun rijke vrouw te hebben vermoord, hoewel in het ene geval geen aanklacht was ingediend en in het andere geval de aanklacht niet hard gemaakt kon worden.

Over zijn eigen ontbrekende vrouw zweeg hij. In zijn huis vol foto’s, waar de wanden en schoorsteenmantels bevolkt waren met popsterren, Nobelprijswinnaars en aristocraten, was geen afbeelding te vinden van mevrouw Golden, of hoe ze zich ook had genoemd. Ze was kennelijk in ongenade gevallen, en tot onze schande roddelden we over wat er gebeurd kon zijn, en stelden we ons voor hoe groot en schaamteloos haar ontrouw was geweest en vormden ons een beeld van haar als een hoogwelgeboren nymfomane met een seksleven waar geen filmster tegenop kon, wier misstappen bij iedereen bekend waren behalve bij haar man, die met door liefde verblinde ogen in aanbidding naar haar bleef kijken omdat hij haar nog steeds zag als de liefhebbende kuise vrouw uit zijn dromen, tot de verschrikkelijke dag dat zijn vrienden hem de waarheid vertelden, in groten getale kwamen ze hem de waarheid vertellen, en de razernij waarin hij ontstak! hoe hij hen uitschold! hoe hij hen leugenaars en verraders noemde, met zeven man moesten ze hem vasthouden en hem ervan weerhouden degenen die hem hadden gedwongen de werkelijkheid onder ogen te zien aan te vallen, en uiteindelijk zag hij het onder ogen, accepteerde hij het, verbande hij haar uit zijn leven en verbood hij haar ooit nog haar zoons te zien. Slechte vrouw, zeiden we tegen elkaar, met een gevoel van wereldwijsheid, en het verhaal bevredigde ons, we lieten het erbij, omdat we eigenlijk meer belangstelling hadden voor ons eigen gedoe, en slechts tot op zekere hoogte geïnteresseerd waren in de zaken van N.J. Golden. We keerden ons af en gingen door met ons leven. Hoe konden we ons zo vergissen.’

ANGELA MERKEL

Het levensverhaal tot nu toe van een grande dame en politica kreeg ik aangereikt dat ook de komende weken vanwege de Duitse verkiezingen  goed in the picture behoort te komen. Ik heb het over de 300 bladzijden tellende paperback Angela Merkel van historicus en journalist Michèle de Waard en Amsterdam University Press met de ondertitel ‘Een politieke biografie’. Merkel is sinds 2005 als bondskanselier van Duitsland de eerste vrouwelijke regeringsleider van het land en ook de eerste vrouwelijke parteileider van de christendemocratische CDU. Het zit er dik in dat zij na 27 september na de Bondsdagverkiezingen zich wederom op mag maken voor een nieuwe termijn. In Historiek stelde Lilian Visser wat vragen aan Michèle de Waard en de neerslag van dat interview onder de titel ‘Angela Merkel, de ‘ongekroonde leider van Europa’ geef ik onverkort aan u door. Maar eerst geef ik de tekst van de uitgever op de omslag. In de loop van september wisselen wij onze leeservaringen hier met elkaar uit.
AUP: ‘Angela Merkel bedwong met vaste hand de eurocrisis, maar lukt het haar het continent bij elkaar te houden? Angela Merkel geldt als ongekroonde leider van Europa. Tijdens de eurocrisis groeide ze uit tot de machtigste politieke leider van de Europese Unie. 'Kanselier van de vrije wereld', noemde Time haar zelfs. Vrijheid betekent voor haar verantwoordelijkheid. Daarom doet ze haar uiterste best het noodlijdende Griekenland in de euro te houden. En ze stelt alles in het werk om de EU niet uit elkaar te laten vallen. Dit boek is het verhaal over het kompas van Merkel, over haar strijd om de financiële markten tot bedaren te brengen, over de politiek van de Europese Centrale Bank, over haar voorbeelden en drijfveren. Het gaat in op haar vriendschap met Mark Rutte en de lange lijnen van Duitse geschiedenis. Merkels verhaal is ook het verhaal van Duitsland, dat na de hereniging zijn tweede kans gebruikt om de Europese samenwerking te versterken. Onvermoeibaar voert zij campagne voor een vierde termijn - om haar werk af te maken: een stabiele eurozone, een sterke Europese Unie, een welvarend Duitsland en een duurzame sociale markteconomie.’
Lilian Visser: ‘Bij de Amsterdam University Press verschijnt deze week Angela Merkel. Een politieke biografie. Hierin beschrijft historica, journalist en columnist Michèle de Waard het politieke leven van de ‘ongekroonde leider van Europa’. De Waard, die ook als correspondent in Duitsland werkte, gaat in op Merkels voorbeelden, drijfveren en motieven om meteen na de val van de Muur politiek actief te worden. Merkels verhaal is het verhaal van Duitsland dat na de hereniging zijn tweede kans gebruikt om de waarden van Europa en de Europese samenwerking te verstevigen. Wij stelden de auteur een aantal vragen over Merkels drijfveren en het belang van haar DDR-verleden. - Wat intrigeert u zo aan Angela Merkel? Merkel is een vrij uitzonderlijke vrouw. Ze is vanuit het ‘politieke niets’ in Oost-Duitsland uitgegroeid tot de eerste vrouwelijke bondskanselier van Duitsland, de machtigste politieke leider in Europa en tot het geweten van het Westen. Dat vind ik fascinerend. Ik was als correspondent in Duitsland voor NRC Handelsblad getroffen door haar moed. In een open brief aan een krant riep ze haar partij op, de christendemocratische CDU, afstand te nemen van Helmut Kohl. Dat was in december 1999. Kohl had na zestien jaar kanselierschap een jaar eerder de verkiezingen verloren en drukte als erevoorzitter nog altijd een zware stempel op de partij. - ‘Merkel is vanuit het ‘politieke niets’ in Oost-Duitsland uitgegroeid tot de machtigste politieke leider in Europa.’ In die tijd was de CDU zwaar verdeeld door een grote zwart geldaffaire. Kohl weigerde de namen van de geldgevers bekend te maken en berokkende de CDU veel schade. Merkel stak als partijsecretaris haar nek behoorlijk uit toen ze de machtspositie van Kohl openlijk ter discussie stelde. Kohl was daardoor gedwongen zijn positie van erevoorzitter neer te leggen. Merkel is moedig. Dat is tijdens haar kanselierschap keer op keer gebleken.”

Wat zijn Merkels drijfveren geweest om politiek actief te worden? “De Muur was nog niet gevallen of Merkel wilde zich politiek engageren. In de nieuwe politieke situatie die ontstond, wilde ze meehelpen het land op te bouwen, ‘gestalten’ noemen de Duitsers dat zo treffend. In een interview zei ze dat voor haar na de val van de Muur drie dingen meteen duidelijk waren: ze wilde de Bondsdag in, ze wilde een snelle Duitse eenwording en ze wilde de markteconomie. Een sociale markteconomie. Daarom sloot ze zich aan bij een jonge partij voorburgerrechten  ‘Demokratischer Aufbruch], die al gauw opging in de CDU. Merkel wilde invloed hebben op de nieuwe politieke situatie.” - Angela Merkel woonde in haar jeugd in de DDR, wat heeft dat voor invloed gehad op haar politieke carrière?  “Het feit dat Merkel is opgegroeid in de DDR, 36 jaar, heeft zeker invloed gehad op haar politieke loopbaan. Helmut Kohl had haar na de ‘Wende’ op 9 november 1989 ontdekt. Merkel was hem meteen opgevallen. Ze had daadkracht, ze was leergierig en direct. Hij noemde haar ‘mein Mädchen’. Toen ‘Demokratischer Aufbruch’ in 1990 werd opgenomen in de CDU vroeg Kohl Merkel om minister van Vrouwenzaken en Jeugd te worden in zijn kabinet. Later werd ze minister voor Milieu, Natuurbehoud en Atoomveiligheid. Als bondskanselier haalt Merkel ook regelmatig haar eigen ervaringen aan. Bijvoorbeeld tijdens de eurocrisis. Toen stak ze de Grieken, Italianen, Spanjaarden en Portugezen een hart onder de riem omdat er zo fors moest worden bezuinigd. Ook de Oost-Duitsers hadden het tijdens de opbouw na de hereniging zwaar te verduren. Maar door hun flexibiliteit en aanpassingsvermogen stonden ze er tien jaar later veel beter voor.”

Heeft het met haar DDR-verleden te maken dat Merkel haar privéleven zo afschermt?  “Nee, de DDR heeft er niets mee te maken dat ze weinig kwijt wil over haar privéleven. Ze vindt dat eenvoudig niet belangrijk. Merkel is bescheiden, wars van enige glamour. Heel anders dan haar voorganger Gerhard Schröder. Hij was een heroïsche dandy, die zwolg in de hoofdrol op het politieke toneel. Privé en werk houdt Merkel graag gescheiden. Haar echtgenoot, een chemicus, heeft een eigen carrière als wetenschapper. Het lijkt me iets dat je van een politicus moet respecteren. Mark Rutte loopt ook niet te koop met zijn privéleven. Maar vooral de sensationele pers neemt daarmee geen genoegen. Daarom weet heel Duitsland van Merkel dat ze een vakantiehuisje heeft in de Uckermark waar ze graag pruimentaart bakt voor haar echtgenoot die daar dol op is. En jaarlijks wandelen ze in de zomervakantie in de bergen in Noord-Italië. Dan mogen alle fotografen plaatjes schieten en is het klaar wat Merkel betreft.”

Wat is het opvallendst dat u ontdekte bij het optekenen van de biografie? “Toen de Muur viel, zat Merkel ’s avonds met een vriendin in de sauna. Frappant vond ik dat. Toch had ze ’s middags wel degelijk op de radio gehoord dat er ‘iets’ bij de grens stond te gebeuren. Daarna had ze haar moeder nog gebeld en gezegd: ‘Binnenkort kunnen we oesters eten bij Kempinski’. Een duur hotel in West-Berlijn. Dat hadden ze elkaar thuis beloofd zodra de Muur er niet meer zou zijn. Desondanks liet Merkel zich niet van de wijs brengen en ging die avond, zoals altijd, gewoon naar de sauna. Ze heeft iets onverstoorbaars. Toen de vriendinnen na de sauna in een café een biertje wilden drinken en doorkregen wat er in het hart van de stad gaande was, trokken ze natuurlijk meteen naar de ‘Bornholmer Brücke’ en liepen in de mensenmassa mee naar West-Berlijn.” 

Angela Merkel is hét gezicht van het moderne Duitsland, wat ís dat moderne Duitsland? “Duitsland heeft onder Merkel een ander gezicht gekregen: menselijk, ruimhartig, tolerant. Natuurlijk is Duitsland dominant in Europa. Het is de sterkste economie van Europa. Het land kent al acht jaar achtereen een stabiele economische groei. Jaar in jaar uit weet het nieuwe banen te scheppen. Het Duitsland van Merkel mag dominant zijn, maar het is niet bedreigend. In 1989, toen de Muur viel, dachten de West-Europese landen daar wel anders over. Europese landen verdragen Merkels Duitsland. Dat komt door de zachte toon die ze aanslaat. Merkel is beheerst, terughoudend, maar beslist. Ze weet goed wat ze wil. Ze is principieel maar ook heel pragmatisch. In Europees verband wil ze vooral in consensus tot oplossingen komen. Merkel is een leider op kousenvoeten.”

Hoe zou u de politieke erfenis van Angela Merkel omschrijven?
“Duitsland is onder Merkel een stabiel anker in Europa geworden. Het liefst wil Merkel Europa tot een stabiel anker van de westerse wereld maken. Zolang ze regeert is er nog geen definitieve erfenis. De kans is groot dat ze op 24 september opnieuw wordt gekozen en nog eens vier jaar regeert. Ze heeft de nodige ijzers in het vuur. Haar inzet is, na de Brexit, de 27 landen van de Europese Unie bij elkaar te houden. Europa moet sterker worden zodat het sociale levensmodel overeind blijft. Daar vecht ze voor.”

EEN KWINTET VOOR DE MAAND SEPTEMBER

Ik leg een vijftal werken in de etalage die gemeen hebben dat ze er echt toedoen. In de weken van deze herfstmaand lenen deze boeken van fictie of non-fictie zich bij uitstek tot een vruchtbaar lezen. Om het thema te achterhalen geef ik de tekst van de uitgever op de omslag en die laat ik voorafgaan door titel, auteur, genre of ondertitel en uitgeverij. Ik weet zeker dat de vijf nummers goed bij zullen arriveren en binnenvallen. Gaarne verneem ik uw reactie.

1) Laat los mijn hand – Edward Docx – Roman – Atlas Contact
Louis Lasker houdt zielsveel van zijn familie – de momenten dat het niet zo is daargelaten. Zijn twee halfbroers, Jack en Ralph, zijn fantastische, lastige mensen, maar heel druk met hun eigen ego's. Louis' leven staat in het teken van het verzorgen van zijn vader. Met zijn vieren ondernemen ze per busje een reis van Londen naar Zürich. Hun vader is ongeneeslijk ziek en hij wil op waardige wijze zijn leven beëindigen. In Engeland is dat bij wet verboden.

In deze geweldige roadnovel gaat het in feite over de elementaire vragen in het leven en wat er uiteindelijk werkelijk toe doet. "Ontroerend' dekt geenszins de lading, dit boek knalt recht je hart in en laat je na lezing verweesd achter. Docx heeft een uiterst actueel verhaal geschreven en de meest onweerstaanbare en onuitstaanbare personages gecreëerd, rijkgeschakeerd als het leven zelf.

2) Versailles – Elizabeth Massie – Roman - Xander
Versailles, 1667. Na een
serie burgeroorlogen komt Lodewijk XIV op achtentwintigjarige leeftijd aan de macht. Om zijn toekomst veilig te stellen, begint hij aan de bouw van het grootste paleis ooit. Met luxe en glamour wordt de adel verleid om het bruisende Parijs te verlaten en
aan het hof neer te strijken. Het paleis groeit, kanalen worden gegraven, tuinen worden aangelegd en Lodewijk XIV geniet, bedriegt en manipuleert. Maar terwijl hij alles op alles zet om zijn absolute macht te laten gelden, speelt de adel ook een slinks spel waarbij ze Lodewijks macht proberen te ondermijnen. Versailles verandert in een web van verraad, geheimen, doortrapte politieke strategieën, dodelijke samenzweringen, schandalen, intrige, rijkdom en seks.


3) Rijke mensen sterven niet – Anneke Verbraeken – Confronterende ontmoetingen – Atlas Contact
Al sinds 2009 komt Anneke Verbraeken in Rwanda en Congo, voormalige kolonies van België en twee van de meest getroebleerde landen ter wereld. Ze schrijft kritisch over corruptie, verkiezingen, de gewelddadige rol van grondstoffen, dictators en rebellen, maar ook met humor en zelfspot over de alledaagse ongemakken van een journalist in Afrika. Ze ontmoet er bijzondere mensen. Twee ervan spelen in dit boek een hoofdrol. Rwandees oppositieleidster Victoire Ingabire en Congolees mensenrechtenactivist Sylvestre Bwira. De puntige pen van Verbraeken en haar omgang met mensenrechtenactivisten en kritische politici, leiden ertoe dat ze in Congo wordt gearresteerd en door Rwanda wordt uitgeroepen tot ‘vijand van het Rwandese volk’. Haar portret van het piepkleine, strak gereguleerde Rwanda en het enorme, chaotische Congo is meeslepend en maakt een donker oorlogsgebied toegankelijk.

4) Revolutie! – Emmanuel Macron – autobiografie - Xander
Zondag 7 mei 2017: Frankrijk kiest massaal voor Emmanuel Macron, die op negenendertigjarige leeftijd de jongste Franse president ooit is. Drie jaar geleden nog totaal onbekend, nu president van de Republiek: hoe vond Macron zijn weg naar de top?In Revolutie! vertelt Macron voor de eerste keer zijn verhaal. Over zijn jeugd in het artsengezin in Amiens, zijn studententijd in Parijs aan de prestigieuze universiteit Sciences Po en de minstens zo toonaangevende staatsschool ena, zijn tijd als bankier en zijn functie als minister van Economische Zaken en de oprichting van zijn partij En Marche!, waarmee hij een progressief alternatief voor het traditionele links-rechts denken in de Franse politiek wil bieden. Aan de hand van zijn visie leren we de jonge sociaalliberaal met zijn uitgesproken pro-Europese boodschap op toegankelijke wijze kennen. Het levert een compleet portret op van de nieuwe president: helder, open en persoonlijk, vol ambities en wensen. 'Een nieuw hoofdstuk is aangebroken, waarin de herontdekking van hoop en vertrouwen centraal staan. Laten we van Frankrijk houden.' - Emmanuel Macron

5) Optie B – Sheryl Sandberg en Adam Grant – Confronteer tegenslag, bouw veerkracht en vind geluk – Levboeken
Sheryl Sandberg was er na de plotselinge dood van haar echtgenoot vast van overtuigd dat echte vreugde voor haar en haar kinderen voortaan verleden tijd zou zijn. ‘Ik bevond me in ‘de leegte’,’ schrijft ze, ‘een enorme holte die je hart en longen opvult en een rem vormt op je vermogen om te denken of zelfs maar adem te halen.’ Haar vriend Adam Grant, psycholoog aan de Wharton School van de universiteit van Pennsylvania, vertelde haar dat mensen concrete stappen kunnen zetten om zich te herpakken na een schokkende ervaring. We komen niet met een vaste hoeveelheid veerkracht ter wereld. Veerkracht is een spier en ieder mens is in staat deze te trainen. Optie B combineert Sheryls persoonlijke ervaringen met Adams verrassende onderzoek naar overleven in tijden van tegenspoed. Sheryl opent haar hart – en haar dagboek – vanaf het hartverscheurende moment dat zij haar man, Dave Goldberg, in elkaar gezakt in het fitnesscentrum aantreft. Ze beschrijft het acute verdriet en het isolement dat ze na zijn dood ervoer. ‘Optie B’ gaat echter over meer dan Sheryls verlies: het laat ook zien hoe allerlei verschillende mensen hun persoonlijke leed – zoals ziekte, werkloosheid, aanranding en verkrachting, natuurrampen en oorlogsgeweld – te boven zijn gekomen. Hun verhalen tonen aan dat de menselijke geest het vermogen heeft om door te gaan, en opnieuw vreugde te ontdekken.

EEN OCTET UIT DE NON-FICTIE GECOMPONEERD


Ik heb van u mogen begrijpen dat u mijn lijstjes met titels en thema’s zeer op prijs stelt. U wilt gaarne attent gemaakt worden op de presentie van boeken die volgens mij er echt toe doen. De enige voorwaarde die u stelt is de vraag of ik achter de genoemde werken kan staan. De acht uitgevers ken ik (dus ook u) al jaar en dag en kwaliteit is gewoon verzekerd. Mijn optie is nu enkel en alleen dat u weet dat deze acht boeken het levenslicht gezien hebben. Ik noem titel, schrijver, ondertitel en uitgeverij en laat ik volgen door de tekst op de omslag. Over een paar weken wisselen wij onze leeservaringen over deze acht non-fictieve werken hier met elkaar uit.

1) Hij kan me de bout hachelen met zijn vorstendommetje – Hans Boland – Over Anna Karenia en de kunst van het vertalen – PegasusLev Tolstoi (1828-1910) was een schrijver-tovenaar en werd in de laatste decennia van zijn leven gezien als het geweten van de natie. Ook buiten Rusland vond zijn gedachtegoed grote aanhang. Zijn meesterwerk Anna Karenina wordt nog altijd gezien als een absoluut hoogtepunt in de Europese literatuur. Hans Boland legt uit waarom dat terecht is, maar schuwt daarbij het omvertrekken van heilige huisjes niet. Boland heeft behalve met monografieën over Dostojevski en Sint-Petersburg vooral naam gemaakt als vertaler van Alexandr Poesjkin en Anna Achmatova. Hij werd in 2015 gelauwerd met de Martinus Nijhoffprijs maar bedankte voor Poetins Poesjkinmedaille.





2) Judas – Peter Stanford – De verontrustende geschiedenis van de afvallige discipel – De Bezige Bij
Hij wordt beschouwd als de verpersoonlijking van het kwaad en is zonder twijfel de meest bespotte Bijbelse figuur: Judas Iskariot, de discipel die Jezus verraadde met een kus. Aan de hand van tweeduizend jaar kunst, theologie en literatuur schetst Peter Stanford een historische en culturele biografie van een man wiens naam synoniem werd met verraad.
Daartegenover plaatst hij de theorie dat Judas ook als slachtoffer kan worden beschouwd. Men zou Judas dankbaar moeten zijn voor de rol die hij in het goddelijke drama van de verlossing speelde. ‘You’ll have to decide,’ zong Bob Dylan in de jaren zestig, ‘whether Judas Iscariot had God on his side.’ Hoewel hij direct na zijn verraad een einde aan zijn leven maakte, werd Judas al die eeuwen in leven gehouden in poëzie, op schilderijen, in popliedjes en zelfs als biermerk. In dit boek leidt Stanford de lezer door een oneindig museum vol uitingen van fascinatie, afschuw en bewondering voor de grote verrader.



3) Over de soevereiniteit van het volk – Gerard Noodt – Een revolutionaire rede uit 1699 over de opperste macht – Elsevier
Zelden heeft een toespraak van een Nederlander zoveel teweeggebracht. De radicale stelling van Gerard Noodt dat de hoogste macht niet berust bij de koning of door God gegeven is, vormde zelfs een inspiratiebron voor de Franse Revolutie en maakte hem in één klap beroemd bij andere denkers in Europa. Noodt hield zijn rede in 1699, maar zijn betoog heeft drie eeuwen later nog niets aan actuele waarde ingeboet. Dat de macht bij de burger ligt en het volk dus zelf soeverein is, is nog lang niet overal aanvaard. Voor deze uitgave is Noodts toespraak, die hij in het Latijn hield, vertaald in hedendaags Nederlands. De oorspronkelijke tekst is in facsimile toegevoegd.
'Deze ten onrechte vergeten rede van Noodt is een absolute must voor iedereen die zich wil verdiepen in de achtergrond van onze hedendaagse democratie'.




4) LevenXL – Ina van der Meulen (red.) – Wat je nog niet doodt, maakt je sterker – ISVW
Dit boek bevat levensverhalen van mensen die ernstig ziek zijn (geweest). Ze gaan over wat er met hen is gebeurd. Wat hebben ze verloren en wat hebben ze gewonnen? Noodgedwongen moesten zij hun leven anders inrichten. Wat heeft hen geïnspireerd? Hun verhalen, ondersteund door filosofische kennis en praktische oefeningen, geven kracht en inspiratie om bewust te kiezen voor het leven dat echt bij je past. De mensen uit het boek zijn levenscoach bij stichting LevenXL. Zij coachen anderen op het gebied van keuzes maken. LevenXL is voortgekomen vanuit het gedachtegoed van René Gude. René Gude was directeur bij de ISVW en Denker des Vaderlands.






5) De meisjes uit Chibok – Helon Habila – Het verhaal achter de ontvoering door Boko Haram – Nieuw Amsterdam
Boko Haram ontvoerde ruim twee jaar geleden 267 meisjes van de middelbare school in Chibok. De veelgeprezen Nigeriaanse romanschrijver Helon Habila, afkomstig uit de streek, keerde terug naar Chibok, legde contact met de familie en sprak ontvoerde meisjes. Vervuld van mededogen en met een diepgaand inzicht in de historische context beschrijft Habila de opkomst van Boko Haram en de inadequate reactie daarop van de Nigeriaanse regering. Habila belicht de lange geschiedenis van het kolonialisme en geeft inzicht in de culturele en religieuze dynamiek die ten grondslag ligt aan de conflicten waar de regio tot op de dag van vandaag door wordt geteisterd.





6) Het pindakaasboek – Jennifer Foster & Lianne Koster - Scriptum
Pindakaas, wie is er niet groot mee geworden? Een boterham met pindakaas kent iedereen en in bijna ieder huis vind je wel een potje. Pindakaas is de Nutella van de Lage Landen, alleen veel gezonder dankzij de onverzadigde vetten. Maar wist je dat je met pindakaas ook heerlijk kunt koken? Wat dacht je van pindakaasijsjes, pindakaaswafels of een pindakaasburger? Het pindakaasboek tovert met een simpele pot pindakaas fantastische gerechten op tafel. De gerechten zijn niet alleen lekker, maar ook nog eens een lust voor het oog. Laat je inspireren door de creatieve tips en bijzondere suggesties om meer uit een potje pindakaas te halen. Want waarom zou je dit smeerbare goud alleen op je boterham gebruiken? Van dit schitterende boek wordt elke pindakaasfan blij! Jennifer Foster en Lianne Koster werken samen onder de naam Cookart. Hun passie voor lekker eten en gedrevenheid iets moois te willen creëren is het begin geweest van Cookart. Na hun eerste boek Cookart, De kunst van het eten is Het pindakaasboek een prachtige opvolger.

7) Beter slapen – Maria Holl – Op mindfulness gebaseerde oefeningen bij slaapproblemen – Panta Rhei
Beter slapen kan iedereen leren! Dit boek van de bekende therapeute en natuurgeneeskundige Maria Holl biedt talrijke tips, suggesties en oefeningen om tot een diepe en verkwikkende slaap te komen. Daarvoor is frisse lucht in de slaapkamer belangrijk, het eetpatroon wordt kritisch bekeken, evenals het leef- en werkritme. De mindfulness- en ontspanningsoefeningen komen uit een 4000 jaar oude Chinese traditie. Ze kunnen met behulp van de CD worden uitgevoerd en helpen bij inslaap- of doorslaapproblemen. Ze kunnen ook zonder de CD gedaan worden dankzij duidelijke tekeningen en stap voor stap instructies. De methode is eenvoudig maar zeer effectief, en werkt binnen 2 á 3 weken. Van Maria Holl verscheen eerder de Tinnitus Ademtherapie: een zeer effectieve reeks oefeningen waarmee een wijdverbreid hardnekkig probleem fundamenteel aangepakt kan worden.


8) Houd je darmen gezond – Ulrike Amann – Tips voor reiniging, onderhoud en verzorging van de darmen – Panta Rhei
Een groot deel van de bevolking heeft darmklachten zonder het te weten, want vaak schuilt de oorzaak van veel voorkomende klachten zoals bijvoorbeeld depressie, alzheimer, migraine en allergieën in een verstoring van onze darmflora. Daarnaast komen voedselintolerantie, stofwisselingsproblemen en prikkelbare darmsyndroom steeds vaker voor. In acht hoofdstukken wordt beknopt en duidelijk uitgelegd hoe we zelf door onderhoud, reiniging en verzorging van onze darmen een belangrijke bijdrage aan onze algehele gezondheid kunnen leveren: * Eerst wordt het belang van een gezonde darmflora besproken: die is een afspiegeling van onze algehele gezondheid. * Daarna volgt een overzicht van de meest voorkomende darmproblemen en hun oorzaken: buikpijn, darminfecties, poliepen, diarree, verstopping, voedselintolerantie enz. * Vervolgens wordt een aantal natuurlijke middelen en methodes beschreven die iedereen zelf kan toepassen om de darmen te reinigen en te ontslakken, en voor herstel van een gezonde darm-flora. * Het laatste hoofdstuk bevat de 10 belangrijkste tips op het gebied van voeding en leefstijl voor iedereen die zelf wil bijdragen aan het herstel en optimaal functioneren van de werking van onze darmen. Het boek besluit met een volledige detox-kuur van zes dagen.